ECLI:NL:RBDHA:2024:16726

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
09/031179-23 en 09/072350-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grooming, ontucht en bezit van kinderpornografie met TBS en gevangenisstraf

Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 38-jarige man, die werd beschuldigd van grooming, ontucht met twee minderjarigen en het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografie en dierenpornografie. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd. De verdachte heeft gedurende een periode van vijftien jaar een gewoonte gemaakt van het verwerven en bezitten van kinder- en dierenpornografisch materiaal. Dit gedrag heeft geleid tot ernstige psychische schade bij de slachtoffers, die vaak minderjarig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, maar dat de ernst van de feiten en het risico op recidive een zware straf rechtvaardigen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, waarbij de rechtbank immateriële schadevergoeding heeft toegekend aan de slachtoffers. De rechtbank heeft ook verschillende voorwerpen, waaronder digitale gegevensdragers, onttrokken aan het verkeer en verbeurd verklaard, gezien hun rol in de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/031179-23 en 09/072350-24 (ttz gevoegd)
Datum uitspraak: 14 oktober 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1986 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] , locatie [locatie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 30 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de officier van justitie mr. P. de Mos en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.T.C. Castermans naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen I en II.
Kort samengevat is het verwijt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan grooming, aan de ontucht van twee minderjarigen en het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografie en pornografie met dieren, deels door hemzelf vervaardigd.
De tekst van de tenlastelegging van dagvaarding I met parketnummer 09/031179-23 is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
De tekst van de tenlastelegging van dagvaarding II met parketnummer 09/072350-24 is als
bijlage IIaan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Opgave van bewijsmiddelen ten aanzien van beide dagvaardingen
De rechtbank zal voor de feiten ten aanzien van dagvaarding I en II met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend, met uitzondering van hetgeen hierna vermeld ten aanzien van feit 2 van dagvaarding I, en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit, behoudens hetgeen hierna vermeld ten aanzien van feit 2 van dagvaarding I.
De officier van justitie heeft met betrekking tot alle ten laste gelegde feiten van beide dagvaardingen gerekwireerd tot integrale bewezenverklaringen.
Dagvaarding I
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021224046, van de politie Eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 370).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
Feiten 1 en 2
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 30 september 2024;
Feit 1 (kinder- en dierenporno)
2. Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal, opgemaakt op 8 november 2022 (p. 206-262);
3. Het proces-verbaal van aangifte [naam 1] , opgemaakt op 30 november 2022 (p. 287-296);
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , opgemaakt op 15 november 2022 (p. 311-320);
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , opgemaakt op 22 november 2022 (p. 332-340);
6. Het proces-verbaal van bevindingen, studioverhoor [naam 4] , opgemaakt op 16 december 2022 (p. 358-364).
Feit 2 (grooming van [naam 5] )
7. Het proces-verbaal van verhoor [naam 5] , opgemaakt op 20 augustus 2019 (p. 113-143);
8. Een geschrift, zijnde de boekingsgevens van booking.com, van 21 augustus 2019 (p. 183).
Dagvaarding II
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit tenzij anders aangegeven de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL2300-2023189138, van de politie Eenheid Limburg, afdeling Zeden, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 250).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
Feiten 1, 2 en 3
9. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 30 september 2024;
Feit 1 (ontucht [naam 6] )
10. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] , opgemaakt op 1 december 2023 (p. 34-44);
11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 november 2023 (p. 53-55);
Feit 2 (ontucht [naam 7] )
12. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 8] , opgemaakt op 12 juli 2024 (p. 168-172);
13. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 7] , opgemaakt op 12 juli 2024 (p. 173-178);
Feit 3 (kinderporno)
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 mei 2024 (p. 157-161);
15. Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal slachtoffer [naam 7] , opgemaakt op 7 mei 2024 (p. 180-182);
16. Het proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2023 met nummer 18832320-14 van de politie-eenheid Limburg, team zeden, p. 33-34);
17. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 mei 2024 (p. 183-201);
18. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 december 2024 (p. 205-211);
19. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 december 2023 (p. 212-214);
20. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 juni 2024 (p. 226-228).
3.2.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van dagvaarding 1 feit 2
De verdediging heeft zich, ten aanzien van dagvaarding I feit 2, op het standpunt gesteld dat er partiële vrijspraak dient te volgen voor het onderdeel ‘aan die [naam 5] foto’s van zijn penis te sturen’. Uit het dossier komt naar voren dat dit foto’s waren van een penis in erectie. De rechtbank overweegt dat de verdachte steeds heeft ontkent dat hij dergelijke foto’s heeft gestuurd aan het slachtoffer [naam 5] . Nu het voormelde onderdeel verder niet ondersteund wordt uit enig ander bron zal de verdachte voor zover het dat onderdeel in de tenlastelegging betreft worden vrijgesproken.
3.3.
De bewezenverklaringen
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
Dagvaarding I
1
hij in de periode van 10 mei 2007 tot en met 10 juli 2022 in Nederland, meermalen telkens
- afbeeldingen, te weten foto's en video's en
- gegevensdragers, te weten een laptop (Cooler Master), een telefoon (Xiaomi M2007g), een telefoon (Xiaomi Redmi Note), harddisk (Western Digital WD800) en een harddisk (Western Digital WD1002faex) bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 5] , [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 9] en meer (vooralsnog) onbekend gebleven personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt zijn betrokken,
heeft verworven, in bezit heeft gehad, heeft vervaardigd en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis, vinger en voorwerp oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met een penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
en
het met de hand, vinger en voorwerp betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; en
het met de hand en vinger betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en
deborsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
en
het door een dier oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
en
het door een dier likken, betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een dier;
en
het naakt (laten) poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is, opgemaakt is, poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij de leeftijd past en waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen en filmfragmenten van de kleding ontdoet en (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose, de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto’s en films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en de billen in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
en
het masturberen boven, bij en ejaculeren op het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het houden van een (stijve) penis bij en naast het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
2
hij in de periode van 1 juni 2019 tot en met 23 augustus 2019 in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst
aan een persoon, te weten [naam 5] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt
- een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen en
- een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een persoon
die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken,
terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door
- via chatberichten contact te leggen en te zoeken met die [naam 5] ,
- aan die [naam 5] seksueel getinte berichten te versturen,
- aan die [naam 5] te vragen foto's van haar naakte lichaam te sturen,
- aan die [naam 5] voor te stellen om naar haar toe te komen om met haar, die [naam 5] , seks te hebben,
- na overleg met die [naam 5] een hotel te boeken in Plymouth.
Dagvaarding II
1
hij op meer momenten in de periode van 1 oktober 2023 tot en met 29 november 2023 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, met [naam 6] , geboren op [geboortedag 8] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 6] , te weten
- het tongzoenen van die [naam 6] , althans het duwen van zijn, verdachtes, tong in, tegen de mond en tegen de tong van die [naam 6] en
- het aanraken van de borsten, billen en vagina van die [naam 6] met zijn, verdachtes, handen en
- het door die [naam 6] met haar handen laten aanraken van zijn, verdachtes, penis en
- het brengen, duwen en vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [naam 6] en
- het brengen, duwen en vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [naam 6] en
- het trachten zijn, verdachtes, penis te brengen in de vagina van die [naam 6] en het aanraken van de vagina van die [naam 6] met zijn, verdachtes, penis.
2
hij in de periode van 1 november 2023 tot en met 31 december 2023 te [plaatsnaam 2] , met [naam 7] geboren op [geboortedag 9] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 7] , te weten
- het tongzoenen van die [naam 7] , althans het duwen van zijn, verdachtes, tong in, tegen de mond en tegen de tong van die [naam 7] en
- het door die [naam 7] met haar handen laten aanraken van zijn, verdachtes, penis; en
- het aanraken van de borsten, billen en vagina van die [naam 7] met zijn, verdachtes, handen en
- het brengen, duwen en vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [naam 7] .
3
hij op tijdstippen in de periode van 12 september 2011 tot en met 29 november 2023, in Nederland, meermalen telkens
- afbeeldingen, te weten foto’s en video’s; en
- gegevensdragers, te weten meer mobiele telefoons, een tablet en
meerdereharde schijven, bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 6] en [naam 7] en meer vooralsnog onbekend gebleven personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt zijn betrokken, heeft vervaardigd, verworven en in bezit heeft gehad, zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een of meer vingers penetreren van het eigen lichaam, door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt;
en
het naakt laten poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is, opgemaakt is en poseert in een omgeving in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij
deleeftijd past en waarbij deze persoon zich vervolgens in opeenvolgende afbeeldingen en filmfragmenten van
dekleding ontdoet en waarna door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon en de uitsnede van de foto’s en films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en
debillen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
en
het met de penis en vingers vaginaal en oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt;
en
het aanraken, betasten en spreiden van de billen, de vagina en het houden van een uitgestoken tong op en nabij de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt;
en
het brengen en houden van een stijve penis in de omgeving van de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, terwijl zich daarbij sperma tussen de penis en de vagina bevindt;
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De oplegging van straf en maatregel

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarnaast heeft zij gevorderd dat aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna: TBS met voorwaarden) wordt opgelegd zoals deze is geadviseerd door de gedragsdeskundigen en de reclassering. Tevens heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de bedoelde voorwaarden en de oplegging van de maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) gevorderd.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de conclusie van de gedragsdeskundigen, dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, over te nemen. Daarnaast verzoekt zij de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van maximaal 2 jaren op te leggen en daarnaast TBS met voorwaarden, zoals geadviseerd door de gedragsdeskundigen en de reclassering. Zij heeft zich gerefereerd zich aan het oordeel van de rechtbank betreffende de maatregel op grond van artikel 38z Sr.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregelen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer vijftien jaren een gewoonte gemaakt van het verwerven en bezitten van veelal kinder- en enkele dierenpornografische afbeeldingen. Dit is een ernstig feit, dat de rechtbank de verdachte zwaar aanrekent. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd door volwassenen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die het slachtoffer zijn van kinderpornografie jarenlang, zo niet hun verdere leven, de psychische en soms ook lichamelijke gevolgen ondervinden van het misbruik dat zij hebben moeten doorstaan. De verdachte is niet alleen verantwoordelijk voor deze ernstige gevolgen bij de kinderen die hij zelf heeft misbruikt maar als afnemer ook medeverantwoordelijk voor de gevolgen bij alle andere kinderen van wie hij pornografische afbeeldingen in zijn bezit had. Het is immers de vraag naar kinderpornografie die bijdraagt aan de productie ervan en daarmee aan het daadwerkelijke misbruik van kinderen.
Een deel van de afbeeldingen die bij de verdachte zijn aangetroffen, heeft hij zelf verworven en vervaardigd door via chatprogramma’s contact te leggen met veelal kwetsbare meisjes, die overwegend jonger waren dan 14 jaar. Een enkeling was 11 jaar oud. Zij stuurden hem op zijn verzoek en aanwijzingen naaktfoto’s en video’s, waarvan de verdachte door middel van speciale software heimelijk screenshots maakte. De verdachte heeft hiermee misbruik gemaakt van deze meisjes en hun vertrouwen ernstig geschaad.
De verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan grooming van drie meisjes onder de zestien jaar oud. Ook met deze meisjes heeft de verdachte via chatprogramma’s contact gelegd. Nadat hij van hen naaktfoto’s en video’s ontving, stuurde hij aan op een ontmoeting met deze meisjes en besprak hij met hen welke seksuele handelingen ze zouden verrichten tijdens de ontmoeting. Met het eerste meisje, een 14-jarig meisje uit Engeland is het uiteindelijk niet tot een ontmoeting gekomen doordat een vriend van het slachtoffer op tijd aan de bel trok. Dit feit leidde tot een inval bij de verdachte door de politie en de aanhouding van verdachte. De voorlopige hechtenis van verdachte is door de rechtbank onder voorwaarden geschorst. Ondanks de opgestarte hulpverlening en andere schorsingsvoorwaarden heeft de verdachte kans gezien om met de twee andere jonge meisjes af te spreken, met wie het wel tot een ontmoeting is gekomen en met wie hij ontucht heeft gepleegd op een matras achterin zijn auto. Door ingrijpen van de politie, die verdachte in compromitterende en weinig aan de verbeelding overlatende situatie met één van zijn slachtoffers achterin zijn auto aantrof, is hieraan een einde gekomen.
Voornoemde feiten zijn zeer ernstig en hebben aanzienlijk leed en forse psychische schade veroorzaakt, zo blijkt uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen. Door zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit van de slachtoffers, waarbij hij zich heeft laten leiden door zijn eigen seksuele behoeftes en kennelijk geen oog heeft gehad voor de mogelijke gevolgen voor de slachtoffers en hun familieleden. De verdachte heeft de feiten heeft bekend en in zoverre verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft genomen. Het valt echter op dat de verdachte ook een deel van de schuld buiten zichzelf legt door te benadrukken dat zijn behandelaren hem een vrijheid gaven waar hij nog niet aan toe was. De verklaring van de verdachte dat hij geen handelingen bij zijn slachtoffers verrichtte, die zij zelf niet wilden en dat dit de reden is dat er weinig aangiften tegen hem liggen, draagt bij aan de overtuiging van de rechtbank dat verdachte nog niet in volle omvang het kwalijke van zijn handelen inziet. De rechtbank rekent dit alles de verdachte ernstig aan.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 22 juli 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de Pro Justitia-rapportages, die op respectievelijk 1 maart 2024 en 12 september 2024 door J. van der Meer (psychiater) en R. Brandsma (psycholoog) zijn opgesteld. Beide deskundigen hebben geconcludeerd dat er bij de verdachte sprake is van een anders gespecificeerde parafiele stoornis en een autismestoornis. Beide deskundigen zijn van mening dat van deze stoornissen ook sprake was ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten en invloed hebben gehad op het plegen van de bewezen verklaarde feiten.
Beide deskundigen adviseren de rechtbank om het bewezenverklaarde in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Zij schatten het risico op recidive hoog in en achten het nodig dat de verdachte wordt behandeld. Beide deskundigen adviseren om TBS met voorwaarden op te leggen.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies dat op 3 mei 2024 over de verdachte is opgesteld. De reclassering rapporteert dat de verdachte tijdens een eerdere ambulante behandeling heimelijk gedrag heeft laten zien en dat alertheid hierop gewenst is. De verdachte is niet eerder klinisch behandeld en er worden mogelijkheden gezien om een gedragsverandering binnen dit kader te realiseren. Het risico op recidive wordt ingeschat op hoog. De reclassering acht een stringent kader als een TBS met voorwaarden noodzakelijk om het recidiverisico op de lange termijn te kunnen beperken en daarmee de veiligheid van de maatschappij te borgen.
Toerekening
De rechtbank is van oordeel dat de rapportages van de psychiater en psycholoog deugdelijk zijn gemotiveerd en dat de overwegingen in de rapportages de conclusies kunnen dragen. De rechtbank neemt de conclusies ten aanzien van de ziekelijke stoornis en de toerekenbaarheid van de verdachte van de deskundigen over en legt deze ten grondslag aan haar beslissing. De rechtbank zal dan ook bepalen dat de bewezenverklaarde feiten verminderd aan de verdachte kunnen worden toegerekend.
Op te leggen maatregel
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van een TBS-maatregel is voldaan. Er is sprake van misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraffen zijn gesteld van vier jaren of meer. Tijdens het begaan van die misdrijven bestonden bij de verdachte ziekelijke stoornissen van de geestvermogens. Bovendien eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld. Uit de hiervoor aangehaalde rapportages blijkt immers dat er bij de verdachte sprake is van hoog risico op recidive, dat intensieve behandeling nodig is om dat risico te verlagen en dat die behandeling niet in een ander kader dan TBS kan plaatsvinden.
De vraag resteert of TBS met voorwaarden of TBS met dwangverpleging aan de verdachte moet worden opgelegd. De rechtbank constateert een hele lange periode van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de verdachte zowel online als bij daadwerkelijke ontmoetingen, Ook stelt de rechtbank vast dat eerdere ambulante behandeling van verdachte hem niet heeft weerhouden van het maken van nieuwe slachtoffers. Daarnaast leest de rechtbanken in de rapportages dat verdachte manipulatief en heimelijk gedrag kan laten zien in zijn behandeling en lijken de volle omvang van de verwoestende gevolgen en zijn verantwoordelijkheid daarvoor nog niet helemaal tot de verdachte te zijn doorgedrongen.
Beide deskundigen adviseren, ook in de door de rechtbank gevraagde nadere adviezen, aan de verdachte TBS met voorwaarden op te leggen. Ook de reclassering ziet - zij het met terughoudendheid - mogelijkheden om uitvoering te geven aan TBS met voorwaarden. De verdachte heeft aangegeven dat hij zal meewerken aan de behandeling en de te stellen voorwaarden. De rechtbank zal deze adviezen volgen en daarom aan de verdachte TBS met voorwaarden opleggen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op het feit dat er sprake is van een hoog recidiverisico, ziet de rechtbank aanleiding om conform artikel 38, zesde lid van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bevelen dat de TBS-maatregel met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (38z)
Ter bescherming van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen zal de rechtbank verder een gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van deze maatregel is voldaan. De rechtbank gelast immers de terbeschikkingstelling van de verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen.
De straf
De rechtbank is van oordeel dat naast de maatregel van TBS met voorwaarden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur aan de verdachte moet worden opgelegd. Voor de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf zoekt de rechtbank aansluiting bij de Landelijke Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van de rechtspraak. Daarin staat als uitgangspunt voor het vervaardigen van kinderporno een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren. Voor ontucht met een minderjarige zijn geen oriëntatiepunten voorhanden maar daarvoor acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden de ondergrens. Daar komt nog bij de straf voor de grooming van een ander minderjarig slachtoffer. De rechtbank neemt als strafverzwarende omstandigheid mee dat verdachte volgens zijn eigen verklaring al 15 jaar bezig is met het benaderen van (kwetsbare) meisjes en het verzamelen van kinderpornografisch materiaal. Daarnaast neemt de rechtbank als strafverzwarend mee dat de verdachte zich nota bene tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis opnieuw schuldig heeft gemaakt aan misbruik van twee minderjarigen. Gelet op het voorgaande en op de omstandigheid dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen/ de schadevergoedingsmaatregelen

7.1.
Benadeelde partij [naam 5] (feiten 1 en 2 dagvaarding I)
7.1.1
De vordering
[naam 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.154,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 654,00 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade.
7.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel de materiële als immateriële kosten voor toewijzing vatbaar zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de gehele vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden nu de vordering pas op de dag van de zitting is ingediend. Subsidiair is de verdediging van mening dat de vordering de materiële schade op andere gronden niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. Er is een onjuiste valutakoers-berekening is gemaakt en verder ontbreekt de onderbouwing van het causale verband tussen de feiten en de ondergane behandelingen.
7.1.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tijdig is ingediend. De rechtbank is evenwel met de verdediging van oordeel dat voor wat betreft de materiële schade een deugdelijke onderbouwing ontbreekt. Er ontbreekt een diagnose van de psychische toestand van de benadeelde partij, waardoor het causale verband tussen de bewezenverklaarde feiten en de behandelingen niet kan worden vastgesteld. Nader onderzoek daarnaar zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. Ten aanzien van de materiële posten wordt de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaard. Zij kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen. De rechtbank komt daarom niet toe aan een beslissing omtrent de al dan niet juiste valutakoers-berekening.
Immateriële schade
In dit geval is de grondslag voor toekenning van immateriële schadevergoeding een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef onder b, BW. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het – onder meer – verweven en bezitten van kinder-pornografische afbeeldingen / video’s van de benadeelde partij. Ook heeft de verdachte een ontmoeting met de verdachte besproken en voorbereidingshandelingen verricht teneinde tijdens de beoogde ontmoeting seksuele handelingen te verrichten jegens de benadeelde partij. Hierdoor heeft de verdachte jegens de benadeelde partij haar lichamelijke en psychische integriteit geschonden. De aard van de normschending en de namens de benadeelde partij onderbouwde gevolgen daarvan zijn van dien aard dat sprake is van een aantasting in persoon op andere wijze. De rechtbank oordeelt derhalve dat er een grond is voor toewijzing van immateriële schadevergoeding. De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 2.500,00. De rechtbank heeft daarbij ook gekeken naar vergelijkbare zaken.
Totaal
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 2.500,00, bestaande uit immateriële schade.
Rente
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente toe met ingang van 1 juni 2019 omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten (dagvaarding I) worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar zijn toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag groot € 2.500,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 juni 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [naam 5] .
7.2.
Benadeelde partij [naam 6] (feiten 1 en 3 dagvaarding II)
7.2.1
De vordering
[naam 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 5.606,14, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 606,14 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade. Tot slot vordert de benadeelde partij € 1.000,00 toekomstige materiële kosten.
7.2.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel de materiële als immateriële kosten voor toewijzing vatbaar zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich, na wijziging van standpunt in tweede termijn, op het standpunt gesteld dat met betrekking tot de gevorderde materiële kosten gerefereerd wordt aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot de immateriële kosten merkt de verdediging op dat er in vergelijkbare zaken lagere bedragen opgelegd zijn. De verdediging verzoekt derhalve een matiging van de immateriële schade.
7.2.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade deugdelijk is onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat deze kosten rechtstreekse schade zijn ten gevolgde van de bewezenverklaarde feiten 1 en 3 van dagvaarding II.
De gevorderde € 1.000,00 voor toekomstige materiële kosten zullen niet-ontvankelijk verklaard worden. Dit deel van de vordering kan aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd.
Immateriële schade
In dit geval is de grondslag voor toekenning van immateriële schadevergoeding een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef onder b, BW. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht jegens de benadeelde partij alsmede het – kort gezegd- bezitten en vervaardigen van kinderporno van de benadeelde partij. Hierdoor heeft de verdachte jegens de benadeelde partij haar lichamelijke en psychische integriteit ernstig geschonden. De aard van de normschending en de namens de benadeelde partij onderbouwde gevolgen daarvan zijn van dien aard dat sprake is van een aantasting in persoon op andere wijze. De rechtbank oordeelt derhalve dat er een grond is voor toewijzing van immateriële schadevergoeding. De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 5.000,00. De rechtbank heeft daarbij ook gekeken naar vergelijkbare zaken.
Totaal
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 5.606,14, bestaande uit € 606,14 materiële- en € 5.000,00 immateriële schade.
Rente
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente toe met ingang van 1 november 2023 omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor de onder 1 en 3 bewezen verklaarde feiten (dagvaarding II) worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan haar zijn toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag groot € 5.606,14, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [naam 6] .

8.De inbeslaggenomen voorwerpen (parketnummer 09/072350-24)

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in dagvaarding II onder de verdachte de volgende voorwerpen in beslag genomen:
mobiele telefoon (serienummer: S30853-1199-R101);
laptop (serienummer: 5CD211HT6R);
steamdek (serienummer: model 1010);
computer (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806285);
Fotocamera (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806286);
harde schijf (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806287);
harde schijf (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806288);
4 Cd-roms (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806289);
mobiele telefoon (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806290);
Apple iPod (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806291);
USB (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806292);
Nintendo Game Console (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806293);
Samsung Tablet (met hoes) (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806294);
Canon fotocamera (met lader en tas) (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806299);
Onderbroek (goednummer: PL2300-2023189138-1659035);
Redmi telefoon (goednummer: PL2300-2023189138-1659042);
Motorola telefoon (goednummer: PL2300-2023189138-1659044);
DVD (goednummer: PL2300-2023189138-1659048);
Isy Powerbank (goednummer: PL2300-2023189138-1659049);
Chrysler personenauto (goednummer: PL2300-2023189138-1658667).
De officier van justitie vordert onttrekking aan het verkeer van de nummers 6, 7, 13, 17.
De officier van justitie vordert de verbeurdverklaring van nummer 20.
De officier van justitie vordert de teruggave van de nummers 1 tot en met 5, 8 tot en met 12, 14 tot en met 16 en 18 tot en met 19.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de hierboven onder nummers 6, 7, 13, 17 onder verdachte inbeslaggenomen harde schijven, tablet en Motorola-telefoon moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde (dagvaarding II) daarmee is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang door de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal en niet kan worden gegarandeerd dat dit materiaal volledig ervan te verwijderen is.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder nummer 20 onder verdachte inbeslaggenomen Chrysler personenauto verbeurd moeten verklaard, omdat het onder 1 bewezenverklaarde daarmee is begaan. De auto fungeerde als vervoersmiddel en tevens als plaats delict nu de ontucht plaatsvond in de kofferbak. Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Teruggave
De rechtbank is van oordeel dat de goederen onder de nummers 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 18 en 19 aan verdachte moeten worden terug gegeven.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 38, 38a, 38z, 57, 60a, 240b, 245 en 248e, van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding I onder 1 en 2 en bij dagvaarding II onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.3 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
Dagvaarding I
ten aanzien van feit 1:
afbeeldingen van seksuele gedragingen en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
ten aanzien van feit 2:
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen en een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij die persoon is betrokken, te vervaardigen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
Dagvaarding II
ten aanzien van feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
ten aanzien van feit 3:
afbeeldingen van seksuele gedragingen en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
vier (4) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de terbeschikkingstelling van de verdachte;
stelt daarbij de
navolgende voorwaardenbetreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde, inhoudende dat hij:
1. zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. meewerkt aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat de veroordeelde:
- zich meldt op afspraken bij de reclassering, zo vaak zij noodzakelijk achten
- een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen.
- zich houdt aan aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de reclassering een actuele foto verstrekt waarop het gezicht van de veroordeelde herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- meewerkt aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde indien noodzakelijk voor het toezicht;
3. indien de reclassering dat noodzakelijk acht en de veroordeelde daarmee instemt kan hij voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlening met nog een maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per kalenderjaar;
4. niet naar het buitenland of het Caraïbisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat zonder toestemming van de reclassering;
5. zich laat opnemen in een klinische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zo lang de reclassering en de zorginstelling dat noodzakelijk achten. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen (libido remmend) en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en de leefregels van de verblijfsinstelling en plaatsing;
6. aansluitend aan zijn klinische behandeling zich laat behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zo lang de reclassering en/of de zorginstelling dat noodzakelijk acht. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
7. verblijft in een begeleide woonvorm en/of maatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering, mocht de huidige woonvorm niet het gewenste resultaat geven en/of stagneren. Het verblijf duurt zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor de veroordeelde heeft opgesteld;
8. op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met de hierna te noemen slachtoffers zo lang het Openbaar Ministerie dit verbod noodzakelijk acht;
- [naam 5] , geboren op [geboortedag 2] 2003;
- [naam 1] geboren op [geboortedag 3] 2007;
- [naam 2] , geboren op [geboortedag 4] 2010;
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 5] 2008;
- [naam 4] , geboren op [geboortedag 6] 2008;
- [naam 9] , geboren op [geboortedag 7] 2005;
- [naam 6] , geboren op [geboortedag 8] 2009;
- [naam 7] , geboren op [geboortedag 9] 2009;
9. zich inzet voor het realiseren- en behouden van passende- en door de reclassering goed te keuren dagbesteding;
10. op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De terbeschikkinggestelde vermijdt deze contacten zo veel als mogelijk. Indien de contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de terbeschikkinggestelde dat de reclassering, de behandelaar, de ambulant begeleider dan wel een ander persoon, die door de reclassering is gescreend en waar de reclassering contact mee onderhoudt, hierbij aanwezig is;
11. vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De terbeschikkinggestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
De terbeschikkinggestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De terbeschikkinggestelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De terbeschikkinggestelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de terbeschikkinggestelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de terbeschikkinggestelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
12. gebruikt geen alcohol en drugs en werkt mee aan de controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest). De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
13. geeft de reclassering openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten uit zijn (sociale) netwerk te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn (sociale) netwerk;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de bijzondere voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris;
legt op de
maatregel:
legt aan de verdachte op de maatregel tot
gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z Sr;
benadeelde partij [naam 5]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 5] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 2.500,00 bestaande uit immateriële schade en veroordeelt de verdachte op dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 juni 2019 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 5] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, thans begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 juni 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 5] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
benadeelde partij [naam 6]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam 6] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 5.606,14 bestaande uit € 606,14 materiële- en € 5.000,00 immateriële schade en veroordeelt de verdachte op dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 6] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, thans begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.606,14, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2023 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 6] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 63 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
beslag ten aanzien van dagvaarding II
onttrekt aan het verkeerde volgende voorwerpen;
6. harde schijf (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806287);
7. harde schijf (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806288);
13. Samsung Tablet (met hoes) (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806294);
17. Motorola telefoon (goednummer: PL2300-2023189138-1659044);
verklaart verbeurdde volgende voorwerpen;
20. Chrysler personenauto (goednummer: PL2300-2023189138-1658667);
gelast de teruggavevan de volgende voorwerpen;
1. mobiele telefoon (serienummer: S30853-1199-R101);
2. laptop (serienummer: 5CD211HT6R);
3. steamdek (serienummer: model 1010);
4. computer (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806285);
5. Fotocamera (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806286);
8. 4 Cd-roms (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806289);
9. mobiele telefoon (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090 806290);
10. Apple iPod (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806291);
11. USB (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806292);
12. Nintendo Game Console (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806293);
14. Canon fotocamera (met lader en tas) (UVN-/voorwerpnummer: LBRBC23090_806299);
15. Onderbroek (goednummer: PL2300-2023189138-1659035);
16.Redmi telefoon (goednummer: PL2300-2023189138-1659042);
18. DVD (goednummer: PL2300-2023189138-1659048);
19. Isy Powerbank (goednummer: PL2300-2023189138-1659049).
Dit vonnis is gewezen door
mr. drs. H.M. Braam, voorzitter,
mr. H.C.L. Vreugdenhil, rechter,
mr. N.B. Haverhoek, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. R. Loohuis en S.A.E. Tesson, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging 09/031179-23
1
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2007 tot en met 10 juli 2022 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
- afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of
- gegevensdragers, te weten een laptop (Cooler Master), een telefoon (Xiaomi M2007g), een telefoon (Xiaomi Redmi Note), harddisk (Western Digital WD800) en/of een harddisk (Western Digital WD1002faex) bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 5] , [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 9] en/of een of meer (vooralsnog) onbekend gebleven perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit heeft gehad, heeft vervaardigd en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(afbeelding 008, 009, 010. PV van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal & bijlagen p. 220)
en/of
het met de/een hand en/of vinger en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een hand en/of vinger betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 006, 007. PV van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal & bijlagen p. 220-221)
en/of
het door een dier oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(afbeelding 011. PV van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal & bijlagen p. 221)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 001, 002, 003, 004, 005. PV van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal & bijlagen p. 221-222)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 012. PV van beschrijving kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal & bijlagen p. 222)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 23 augustus 2019 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst
aan een persoon, te weten [naam 5] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt
- een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen,
met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen en/of
- een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een persoon
die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken,
terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die
ontmoeting, door
- via chatberichten contact te leggen/zoeken met die [naam 5] ,
- aan die [naam 5] seksueel getinte berichten te versturen,
- aan die [naam 5] foto's van zijn penis te sturen,
- aan die [naam 5] te vragen foto's van haar naakte lichaam te sturen,
- aan die [naam 5] voor te stellen om naar haar toe te komen om met haar, die [naam 5] , seks te hebben,
- na overleg met die [naam 5] een hotel te boeken in Plymouth.
Bijlage II
Tekst tenlastelegging 09/072350-24
1
hij op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 oktober 2023 tot en met 29 november 2023 te [plaatsnaam 1] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, met [naam 6] , geboren op [geboortedag 8] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 6] , te weten
- het (tong)zoenen van die [naam 6] , althans het duwen van zijn, verdachtes, tong in en/of tegen de mond en/of tegen de tong van die [naam 6] en/of
- het aanraken van de borsten en/of billen en/of vagina van die [naam 6] met zijn, verdachtes, handen en/of
- het door die [naam 6] met haar handen laten aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of
- het brengen en/of duwen en/of vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [naam 6] en/of
- het brengen en/of duwen en/of vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [naam 6] en/of
- het trachten zijn, verdachtes, penis te brengen in de vagina van die [naam 6] , althans het aanraken van de vagina van die Geuskes met zijn, verdachtes, penis;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2023 tot en met 31 december 2023 te [plaatsnaam 2] , althans in Nederland, met [naam 7] geboren op [geboortedag 9] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam 7] , te weten
- het (tong)zoenen van die [naam 7] , althans het duwen van zijn, verdachtes, tong in en/of tegen de mond en/of tegen de tong van die [naam 7] en/of
- het door die [naam 7] met haar handen laten aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of
- het aanraken van de borsten en/of billen en/of vagina van die [naam 7] met zijn, verdachtes, handen en/of
- het brengen en/of duwen en/of vervolgens heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [naam 7] ;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 september 2011 tot en met 29 november 2023, te Hoofddorp, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of
- gegevensdragers, te weten een of meer mobiele telefoon(s) en/of een tablet en/of
een of meer harde schijven, bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam 6] en/of [naam 7] en/of een of meer (vooralsnog) onbekend gebleven perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een of meer vinger(s) penetreren van het eigen lichaam, door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
(proces-verbaal pagina 181 (afbeelding #01))
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(proces-verbaal pagina 181 en/of pagina 182 (afbeelding #02 en/of afbeelding #03
en/of afbeelding #04 en/of afbeelding #06); proces-verbaal pagina 186 (afbeelding #03))
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s) vaginaal en/of oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
(proces-verbaal pagina 181 (afbeelding #05); proces-verbaal pagina 185 (afbeelding #01))
en/of
het aanraken en/of betasten en/of spreiden van de billen en/of de vagina en/of het houden van een uitgestoken tong op en/of nabij de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
(proces-verbaal pagina 185-186 (afbeelding #02))
en/of
het brengen en/of houden van een (stijve) penis in de omgeving van de vagina van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, terwijl zich daarbij een klodder sperma tussen de penis en de vagina bevindt
(proces-verbaal pagina 186 (afbeelding #04))
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.