ECLI:NL:RBDHA:2024:16693

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/671558 / FA RK 24-6131
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Op 5 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1974 in Maleisië. De betrokkene verblijft in een GGZ-accommodatie en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder persisterende psychotische belevingen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren. De betrokkene heeft verzocht om afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 5 september 2025, en omvat onder andere het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/671558 / FA RK 24-6131
Datum beschikking: 5 september 2024

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] , Maleisië,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ [accomodatie] , [afdeling] te [plaats] ,
advocaat: mr. M.F. Laning te Voorschoten.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 9 augustus 2024 ondertekende medische verklaring van T. Hoeksema, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een (blanco) zorgkaart;
- een zorgplan van 20 augustus 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 22 augustus 2024;
- een brief van de officier van justitie van 1 augustus 2024, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn en betrokkene geen justitiële documentatie heeft.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 september 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de arts, de heer [naam] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.
In overleg met de advocaat van betrokkene is afgesproken dat de zitting doorgang kan hebben in de Nederlandse taal, ondanks dat betrokkene beter Engels spreekt en verstaat, en de advocaat waar nodig voor een vertaling of extra uitleg volgt.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting primair verzocht om afwijzing van het verzoek. Betrokkene geeft aan dat ze weg wil uit de accommodatie. Zij vindt dat de opname inmiddels lang genoeg heeft geduurd. Daarbij is zij wel bereid haar medicatie in te blijven nemen. Subsidiair is verzocht de duur van de zorgmachtiging te korter te doen zijn dan verzocht, aangezien er geen sprake is van vijf jaar aaneengesloten zorg. De zorgmachtiging kan dus niet worden verleend voor de duur van twee jaar. Bovendien moet er recht worden gedaan aan de volgens de advocaat zichtbaar verbeterde toestand van betrokkene ten opzichte van circa drie jaar geleden en enig perspectief voor betrokkene zijn.
De arts heeft ter zitting verklaard dat hij sinds tien maanden de behandelend arts is van betrokkene en dat hij in die periode geen verbeteringen heeft zien optreden. Betrokkene heeft naast haar psychiatrische problematiek ook nogal wat somatische problemen. Voorheen weigerde zij onderzoeken hiervoor. Omdat dit onderzoek als noodzakelijk werd geacht is de medicatie van betrokkene tijdelijk verhoogd. Haar toestandsbeeld reageerde daar goed op, maakte dat betrokkene meer toegankelijk werd en zorgde er voor dat betrokkene ook beter ging meewerken en heeft ingestemd met lichamelijke onderzoeken in het ziekenhuis. Met betrekking tot haar psychotische toestandsbeeld is in de afgelopen tien maanden minder veranderd. Betrokkene is ervan overtuigd dat zij vergiftigd wordt door de medicatie. Gelet hierop blijft het in moeten nemen voor haar discutabel en voert zij voor de inname rituelen uit. Het duurt hierdoor soms enige tijd voor zij de medicatie daadwerkelijk inneemt. Gelet hierop is het nog niet mogelijk de opname in een vrijwillig kader voort te zetten. Betrokkene is wel aangemeld voor een begeleid wonen traject. Daarvoor komt zij echter op dit moment nog niet in aanmerking, omdat betrokkene nog onvoldoende zelfstandig kan functioneren. Zij zal voordat zij begeleid kan wonen eerst succesvol moeten doorstromen naar andere groepen in de accommodatie. Betrokkene geniet inmiddels meer vrijheden en gaat al zelfstandig boodschappen doen.

Beoordeling

Op 10 oktober 2023 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden tot en met 10 oktober 2024.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten persisterende psychotische belevingen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene zegt op zichzelf te willen wonen maar kan niet uitleggen hoe ze dat vorm gaat geven. Daarnaast vereist haar zelfzorg ondersteuning. Zij gebruikt de medicatie omdat ze geen discussie wil, maar vindt het niet nodig. Ook wil betrokkene geen verdere diagnostiek en behandeling voor haar diabetes en andere ernstige somatische klachten. Tevens is er gevaar misbruikt te worden door anderen voor geld. Betrokkene heeft voor opname veelvuldig geld uit gegeven, o.a. 6000 euro in één dag, onduidelijk waar aan. Ook nu klaagt betrokkene dat zij te weinig geld van haar echtgenoot krijgt, wat niet klopt. Echtgenoot geeft aan dat betrokkene veel geld uitgeeft aan spullen en kleding die zij vervolgens weggooit of vernield.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is het niet eens met de zorgmachtiging en wil niet langer opgenomen blijven. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank ziet aanleiding om de zorgmachtiging te verlenen voor een kortere duur dan is verzocht. Het perspectief voor betrokkene is hiertoe redengevend. De machtiging zal worden verleend voor de duur van twaalf maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] , Maleisië,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 september 2025;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door mr. A.A. Does als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 september 2024.