Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser] , eiser, en [eiseres] , eiseres,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 oktober 2024, worden de beroepen van twee Indiase eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beoordeeld. De eisers, geboren in respectievelijk 1991 en 1989, hebben op 2 augustus 2022 asiel aangevraagd, maar hun aanvragen zijn door de minister van Asiel en Migratie op 21 juni 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 11 september 2024 behandeld, waarbij zowel de eisers als hun gemachtigde en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat zij in India geen bescherming kunnen krijgen tegen de problemen die zij ervaren vanwege hun inter-kaste huwelijk. Hoewel de rechtbank erkent dat er geweld plaatsvindt tegen inter-kaste koppels in India, is er ook informatie dat het hooggerechtshof van India in maart 2018 maatregelen heeft genomen om deze problematiek aan te pakken. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij geen gebruik kunnen maken van de bescherming die de Indiase autoriteiten bieden.
De rechtbank wijst erop dat eisers ook geen pogingen hebben ondernomen om hulp te vragen aan de autoriteiten, wat hen zou hebben kunnen helpen om hun claims te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de eisers zich onvoldoende hebben ingespannen om hun asielaanvragen te onderbouwen en dat India voor hen als een veilig land van herkomst kan worden beschouwd. De beroepen worden dan ook ongegrond verklaard, en de bestreden besluiten blijven in stand. De eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.