ECLI:NL:RBDHA:2024:16647

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/24/93 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met verzoek om eerdere ingangsdatum

Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de toelating van de heer [verzoeker] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De heer [verzoeker] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. Tijdens de zitting op 30 september 2024, waar de heer [verzoeker] en zijn echtgenote aanwezig waren, is het verzoek behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, waaronder de eis dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op twaalf maanden voor de datum van het vonnis, op basis van de door de heer [verzoeker] overgelegde stukken en zijn inspanningen om af te lossen. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf 14 oktober 2023, en heeft de bewindvoerder de opdracht gegeven om de post van de heer [verzoeker] in te zien gedurende de looptijd van de regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft alle gelegde beslagen opgeheven.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/93 R
vonnis van 14 oktober 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker], vergezeld door zijn echtgenote [naam],
- de heer M. Boukens, schuldhulpverlener van [verzoeker],
- mevrouw D.S. van ’t Hof, schuldhulpverlener van de gemeente Alphen aan den Rijn.
1.3.
Tijdens de zitting heeft de rechtbank bepaald dat de heer [verzoeker] in de gelegenheid wordt gesteld om aanvullende stukken in te dienen. Die stukken heeft de rechtbank ontvangen op 8 oktober 2024.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker].
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum looptijd van de WSNP
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7.
De heer [verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op een datum twaalf maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP [1] waarmee wordt bedoeld:
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Eventuele vrijstelling sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel wordt afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
De heer [verzoeker] heeft in de periode van oktober 2023 tot en met september 2024 uit zijn inkomsten (uit overwerk) een bedrag van € 7.998,94 gespaard, inclusief het af te dragen deel van twaalf maanden vakantiegeld. Dit bedrag is onderbouwd met onder meer Vtlbberekeningen voor dezelfde periode en stukken die ten grondslag liggen aan die berekeningen. Hoewel de berekeningen naar het zich laat aanzien niet helemaal correct zijn, is wel duidelijk dat de heer [verzoeker] gedurende twaalf maanden maximaal heeft afgelost. Verder volgt uit de stukken dat de heer [verzoeker] in die maanden een dienstverband had en ten minste 36 uur per week heeft gewerkt.
2.11.
Vanwege de inhoud van de stukken en het besprokene op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat de heer [verzoeker] gedurende twaalf maanden heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting. Dit betekent dat de rechtbank bij het bepalen van een eerdere ingangsdatum zal uitgaan van twaalf maanden.
2.12.
De rechtbank merkt ten slotte in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 7.998,94 niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei –wordt beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedag]-1965 te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [postcode] [woonplaats];
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf
14 oktober 2023;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:
N. Pavljasevic,
postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. J.R. Hagendoorn, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.