ECLI:NL:RBDHA:2024:16640

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.30589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring beroep

In de zaak tussen de verzoeker, een Algerijnse nationaliteit, en de Minister van Asiel en Migratie, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 2 augustus 2024 door de minister was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL24.30588, en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 2 oktober 2024, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening samen met het beroep behandeld.

Op dezelfde dag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en dit niet-ontvankelijk verklaard. Gezien deze uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, waardoor de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.30589

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

geboren [datum],
V-nummer: [nummer],
van Algerijnse nationaliteit
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en
de Minister van Asiel en Migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. J.P.M. Wuite).

Procesverloop

Bij besluit van 2 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.30588.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek samen met het beroep op 2 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en dat beroep niet-ontvankelijk verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.