ECLI:NL:RBDHA:2024:16597

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.28894
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitstel van vertrek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een man van Iraakse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Asiel en Migratie, waarin het bezwaar tegen de afwijzing van de ambtshalve beoordeling om toepassing van uitstel van vertrek ongegrond werd verklaard. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij het niet eens was met het bestreden besluit.

De zitting vond plaats op 30 september 2024, waar de verzoeker, zijn gemachtigde mr. J.M. Niemer, en de gemachtigde van de minister aanwezig waren, evenals een tolk. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL24.28893) die betrekking had op het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op de andere zaak, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat de rechtbank al op het beroep heeft beslist. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28894

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Iraakse nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. J.M. Niemer),
en
de Minister van Asiel en Migratie, als rechtsopvolger van de Staatssecretaris van Justitie [1] en Veiligheid, de minister.

Inleiding

1. In het besluit van 17 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van verzoeker tegen de afwijzing van de ambtshalve beoordeling om toepassing van uitstel van vertrek ongegrond verklaard.
1.1.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.28893, op 30 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de minister. Tevens was een tolk aanwezig.

Overwegingen

2. In de uitspraak van vandaag met zaaknummer NL24.28893, heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek afgewezen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F. Aissa, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.