Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De minister stelt zich verder terecht op het standpunt dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn relatie met [naam]. Eiser verklaarde in het nader gehoor eerst dat hij een liefdesrelatie had met [naam]. [16] Wanneer de hoormedewerker vraagt naar eisers liefdesrelatie geeft hij aan dat hij niet verliefd is en dat hij gewoon zin en behoeftes had. De relatie was volgens eiser zijn verklaring daarvoor een afleiding. [17] Eiser beschrijft deze relatie vervolgens als een seksuele relatie. Als de hoormedewerker dan aan hem vraagt waarom hij eerder aangaf dat het een liefdesrelatie is, verklaart eiser dat het zowel een liefdesrelatie als een seksuele relatie is, maar dat hij niet verliefd is. [18] Eiser geeft vervolgens in de zienswijze aan dat het wel werkelijk een liefdesrelatie was. [19] De minister heeft dit terecht aangemerkt als tegenstrijdige antwoorden van eiser over zijn relatie met [naam]. De rechtbank is verder van oordeel dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt stelt dat eiser onvoldoende heeft uitgelegd hoe zijn relatie met [naam] is ontstaan en dat onduidelijk is waarom zijn relatie met [naam] verschilt van de andere relaties die eiser had en die enkel seksueel waren.
Tot slot is aan eiser niet het versturen van de naaktfoto’s als zodanig tegengeworpen, maar de omstandigheid dat eiser eerder heeft aangegeven dat hij volledig anoniem contact legde via nepaccounts met homoseksuelen en dat hij alleen zijn telefoonnummer gaf om af te spreken. [20] De minister vindt dit niet te rijmen met eisers verklaringen dat hij zijn naaktfoto’s deelde waar eiser blijkbaar herkenbaar op stond zodat het ook tot problemen geleid heeft. Eiser heeft aangegeven dat hij snel mensen vertrouwde terwijl hij daarvoor nog aangaf dat hij voorzichtig te werk ging. [21] De minister heeft deze ongerijmdheden niet ten onrechte aan eiser tegengeworpen en eisers verklaringen niet samenhangend en niet aannemelijk mogen vinden. [22]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. S.M. Hampsink, griffier.