ECLI:NL:RBDHA:2024:1657
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, wiens naam geanonimiseerd is, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 22 november 2023 de asielaanvraag van verzoeker had afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig is. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een andere zaak (zaaknummer NL36875), waarin op het beroep van verzoeker is beslist. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is geanonimiseerd gepubliceerd. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.