ECLI:NL:RBDHA:2024:16564
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen
In deze zaak heeft eiser op 17 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 21 september 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 17 mei 2024 de asielaanvraag ingewilligd. Eiser heeft het beroep gehandhaafd, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat met de inwilliging van de asielaanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is, eiser terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de minister in de proceskosten van eiser moet worden veroordeeld. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De uitspraak is gedaan op 10 oktober 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Eiser en verweerder hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.