ECLI:NL:RBDHA:2024:16561
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 22 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 26 december 2022 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde oorspronkelijk op 26 juni 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de nieuwe einddatum op 26 maart 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en dat op het moment van de ingebrekestelling op 25 maart 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken.
Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat betekent dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 10 oktober 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.