In deze civiele procedure, die zich afspeelt voor de Rechtbank Den Haag, is op 21 augustus 2024 een vonnis in incident gewezen. De zaak betreft een incident tot oproeping van een derde partij, [naam 3], op verzoek van [naam 2]. De hoofdzaak draait om een geschil tussen [naam 1] en [naam 2] over de ontbinding van een koopovereenkomst voor een woning. [naam 1] vordert onder andere een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden en betaling van een contractuele boete, rente en incassokosten. [naam 2] heeft in het incident verzocht om [naam 3] op te roepen, omdat deze als tussenpersoon heeft gefungeerd bij de koop en [naam 2] stelt dat zij hierdoor schade heeft geleden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er een nauwe samenhang bestaat tussen de vorderingen van [naam 1] en de vorderingen van [naam 2] in reconventie, en heeft de vordering tot oproeping toegewezen. De oproeping moet plaatsvinden tegen de roldatum van 18 september 2024, en de proceskosten worden gecompenseerd.