Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Hadfy-Kovács, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De zitting vond plaats in Middelburg, waar de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, en waar ook een tolk, M.M. Ibrahim, aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak, NL23.40422, die op dezelfde dag werd behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.