ECLI:NL:RBDHA:2024:1640

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
22/673
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wob-verzoek inzake openbaarmaking van documenten door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag een besluit over de openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser heeft op 12 maart 2021 een verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten, dat gedeeltelijk is toegewezen door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 14 december 2021, waarin verweerder gedeeltelijk aan het bezwaar tegemoet is gekomen. De rechtbank heeft het beroep op 17 januari 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.

Eiser heeft verzocht om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op ontheffingen voor het beheer en de bestrijding van bepaalde dierenpopulaties. Verweerder heeft besloten om 52 dossiers openbaar te maken, maar eiser stelt dat er geen plannen van aanpak onder de openbaar gemaakte documenten zijn. Deze plannen worden gebruikt voor de uitvoering van het faunabeheerplan, dat door de Faunabeheereenheid Zuid-Holland wordt vastgesteld. Verweerder heeft aangegeven dat hij niet over deze plannen beschikt, omdat ze onder de Faunabeheereenheid berusten, die geen bestuursorgaan is.

De rechtbank concludeert dat verweerder niet verplicht is om de plannen van aanpak openbaar te maken, omdat deze documenten intern zijn en niet onder de verantwoordelijkheid van verweerder vallen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de documenten onder verweerder zouden moeten berusten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/673

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 februari 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, verweerder

(gemachtigde: F. Mantel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank een besluit over de openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (“Wob”).
1.1.
Verweerder heeft bij besluit van 12 maart 2021 het verzoek van eiser tot openbaarmaking van documenten gedeeltelijk toegewezen. Met het bestreden besluit van 14 december 2021 is verweerder gedeeltelijk aan het bezwaar van eiser tegemoetgekomen.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 17 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat de zaak over?
2. Eiser heeft op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van documenten. Het gaat om documenten over ontheffingen die zien op het beheer dan wel de bestrijding van bepaalde dierenpopulaties.
3. Verweerder heeft besloten 52 dossiers openbaar te maken.
4. In bezwaar heeft eiser onder meer aangevoerd, dat zich onder de openbaar gemaakte documenten geen plannen van aanpak bevinden.. Deze plannen van aanpak worden gebruikt voor de uitvoering van het faunabeheerplan, dat door Faunabeheereenheid Zuid-Holland (“de Faunabeheereenheid”) [1] wordt vastgesteld en door verweerder wordt goedgekeurd. Verweerder heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat hij niet over de plannen van aanpak beschikt en dat deze plannen onder de Faunabeheereenheid berusten.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Het beroep richt zich volledig op de plannen van aanpak. Volgens eiser moeten deze plannen van aanpak onder verweerder berusten, omdat verweerder eindverantwoordelijk is, net zoals dat voor de faunabeheerplannen het geval is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Verweerder heeft het verschil tussen een faunabeheerplan en een plan van aanpak uitgelegd. Een faunabeheerplan wordt door de Faunabeheereenheid ter goedkeuring aan verweerder voorgelegd. Een plan van aanpak concretiseert hoe de bij de Faunabeheereenheid betrokken partijen invulling geven aan het faunabeheer, in lijn met het faunabeheerplan. Het plan van aanpak is dus een intern document van de Faunabeheereenheid. Daarmee is voldoende duidelijk gemaakt dat verweerder niet over plannen van aanpak hoeft te beschikken en daar ook niet over beschikt. Eiser heeft niet aannemelijk kunnen maken dat deze documenten toch onder verweerder berusten of zouden moeten berusten. Dat kan ook niet worden gebaseerd op de door eiser gestelde eindverantwoordelijkheid; de Faunabeheereenheid is niet aan te merken als een onder verweerder werkzame instelling, dienst of bedrijf. [2]
6. Voor de goede orde merkt de rechtbank nog op, dat de Faunabeheereenheid geen bestuursorgaan is. Verweerder was dus ook niet verplicht tot doorzending van het Wob-verzoek. [3]

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Het bestreden besluit blijft in stand. Eiser krijgt het griffierecht niet terug. Voor een proceskostenvergoeding is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. G.R. Doerga, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Een privaatrechtelijk samenwerkingsverband van jachthouders en maatschappelijke organisaties dat zorgt voor coördinatie van het faunabeheer in de provincie.
2.Vergelijk rechtbank Arnhem 12 april 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BQ5646.
3.Vergelijk Afdeling Bestuursrechtspraak 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:875.