Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 4 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 1 november 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft haar beroep ingesteld omdat verweerder, de minister van Asiel en Migratie, niet tijdig had beslist op haar aanvraag. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres op 17 juli 2023 is aangevangen, na het verstrijken van de uiterste overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening. De beslistermijn zou oorspronkelijk op 17 januari 2024 eindigen, maar is verlengd tot 17 oktober 2024 door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Aangezien de ingebrekestelling door eiseres op 24 mei 2024 plaatsvond, was de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is, en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 8 oktober 2024 door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt.