ECLI:NL:RBDHA:2024:16350
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. Eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben, heeft zijn aanvraag ingediend, maar deze is door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van zijn asielverzoek. Eiser verzoekt om een voorlopige voorziening en stelt dat het bestreden besluit in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het zorgvuldigheids-, evenredigheids- en motiveringsbeginsel. Hij betoogt dat hij niet kan terugkeren naar Oostenrijk vanwege de slechte omstandigheden en het gebrek aan effectieve rechtsmiddelen daar.
De rechtbank overweegt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de overdracht aan Oostenrijk een reëel risico met zich meebrengt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest. De rechtbank stelt vast dat eiser geen bewijs heeft geleverd dat Oostenrijk zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende gemotiveerd is. Eiser heeft niet aangetoond dat er bijzondere, individuele omstandigheden zijn die maken dat zijn overdracht aan Oostenrijk onevenredig hard zou zijn. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
Deze uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de verantwoordelijkheden van lidstaten binnen de EU ten aanzien van asielzoekers. De rechtbank bevestigt dat de minister van Asiel en Migratie terecht heeft geoordeeld dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser.