ECLI:NL:RBDHA:2024:16330
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure met betrekking tot Dublinverordening
Op 8 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een spoedzaak die verband houdt met de overdracht van een asielzoeker op grond van de Dublinverordening. De verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde N. Bale, had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen de verlenging van de overdrachtstermijn door de minister van Asiel en Migratie. Deze verlenging was gebaseerd op het feit dat verzoekster ondergedoken was om de overdracht te vermijden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening ontvankelijk zijn, maar heeft het verzoek afgewezen. Hij oordeelde dat de minister de overdrachtstermijn terecht had verlengd, omdat verzoekster niet was verschenen op een eerder geplande afspraak en zich had onttrokken aan de overdracht. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat het beroep een redelijke kans van slagen had. De geplande overdracht op 9 oktober 2024 kan doorgaan, en er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.