ECLI:NL:RBDHA:2024:16320
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor woningaanpassing en gebruik gemeentelijke grond als tuin
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van verweerder om een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanpassen van zijn woning behandeld. Eiser had een vergunning aangevraagd voor het vergroten van de aanbouw, het aanpassen van een kozijn, het maken van een tuin en het plaatsen van een hekwerk op gemeentelijke grond. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat eiser niet het gerechtvaardigde vertrouwen heeft kunnen ontlenen aan eerdere communicatie met de gemeente dat hij de gemeentelijke grond mocht gebruiken. De rechtbank stelt vast dat de weigering van de vergunning door verweerder in redelijkheid is gedaan, gezien de strijdigheid met het bestemmingsplan en het belang van het behoud van openbare ruimte in een gebied met hoge bebouwingsdichtheid. Eiser had eerder een vergunning voor een aanbouw van 2 meter diep, maar had deze zonder toestemming vergroot naar 3 meter. De rechtbank concludeert dat de gemeente niet verplicht was om de vergunning te verlenen en dat de belangen van de openbare ruimte zwaarder wegen dan de belangen van eiser. De uitspraak bevestigt dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of proceskosten.