ECLI:NL:RBDHA:2024:16301

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
09/157467-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van goederen bestemd voor grootschalige hennepteelt door verdachte in growshop

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die in zijn growshop voorwerpen te koop aanbood die bestemd waren voor grootschalige hennepteelt. De verdachte, geboren in 1962 in Turkije, had in de periode van 1 februari 2023 tot en met 14 juni 2023 diverse goederen te koop aangeboden die onder de Opiumwet vallen. Tijdens een controle op 14 juni 2023 in zijn winkel aan de [adres 2] te 's-Gravenhage, werden verschillende producten aangetroffen die gebruikt worden voor hennepteelt, waaronder kweekschema's, voedingsmiddelen en andere benodigdheden. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de verdachte voldoende op de hoogte was van de beschuldigingen tegen hem. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging betoogde dat niet alle voorwerpen bewezen konden worden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het aanbieden van deze goederen en legde een taakstraf van 100 uren op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een geldboete van € 10.000,-. Tevens werden de in beslag genomen goederen, waaronder een iPhone en een geldbedrag van € 4.096,30, verbeurd verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/157467-23
Datum uitspraak: 8 oktober 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1962 te [geboorteplaats] (Turkije),
BRP-adres: [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 24 september 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Sleeswijk Visser en van hetgeen door de raadsman mr. F. Visser naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 24 september 2024 - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks de periode van 1 februari 2023 tot en met 14 juni 2023 te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland,
(telkens) onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of voorhanden gehad (in het kantoor en/of het magazijn en/of de winkel genaamd [bedrijf] ) aan de [adres 2] te ‘s-Gravenhage, te weten:
- Kweekschema’s van het merk Elixer (p. 28) en/of
- Goederen, geschikt voor het inrichten van een licht- en luchtdichte ruimte (te weten 3 grote rollen plakband/tape en/of 4 kleine rollen plakband/tape) (p. 47) en/of
- 1 assimilatielamp van het merk Tungsram (p. 45) en/of
- Kweekbodems (p. 36 dossier), waaronder
- 1 x4kg Activator van het merk Geni Flower Fertilizer (p. 46) en/of
- 1 x5kg kalk van het merk Geni Flower Fertilizer (p. 46) en/of
- 2 x5kg Bat guano van het merk Plagron (p. 46) en/of
- 1 x5kg Calcium kick van het merk Plagron (p. 46) en/of
- 1 x4kg Basisvoeding aarde van het merk Woma tuintechniek (p. 46) en/of
- 27 x 50L Verrijkte potgrond van het merk RHP (p. 46) en/of
- Diverse soorten voedingsmiddelen, waaronder
- De (complete) voedingslijnen van de merken Aptus en/of Atami en/of B’cuzz (Atami) en/of Bio Bav en/of Bio Nova en/of Canna en/of C-Result en/of Elixer en/of Hy-pro en/of Plagron en/of Woma (123 en Soilclean) en/of
- Groeistimulatoren van het merk Bio-Optimal (p. 45) en/of
- 4, althans één of meer verpakking(en) met PK 13/14 (p. 45) en/of
- 2, althans één of meer voorwerp(en) met de ‘benaming’ flexibele luchtslang van Sonoconnect (p. 48) en/of
- CO2-suppletie, waaronder
- 4, althans één of meer dozen met 60 stuks per doos CO2 tabs van het merk No Merci Supply (p. 45) en/of - 4, althans één of meer CO2¬ bags van het merk CO2 Add (p. 48) en/of
- 2, althans één of meer voorwerpen die betrekking hebben op elektrische meet- en regelapparatuur, te weten 2x Ecotester van het merk PH2 (p. 48) en/of
- Goederen die betrekking hebben op ziektebestrijding, te weten
- 3 x 100ml growth regulator van het merk Spray & Stop (p. 45) en/of
- 3 x 0,5L Biological protection spray van het merk Spray-in-1 (p. 46) en/of
- 2 x 0,5L Super Biological protection spray van het merk Spray-in-1 met opschrift Mildew (p. 46) en/of
- Goederen die betrekking hebben op de verwerking van de opbrengst, te weten
- Tientallen doorzichtige gripzakjes (10 cm x 5 cm) (p. 48) en/of
- Een tiental zwarte strijkzakken van verschillende formaten (p. 47) en/of
- Een groot aantal doorzichtige gripzakken formaat groot (p. 47) en/of
- Een groot aantal doorzichtige gripzakken formaat klein (p. 47) en/of
- Doos met blauwe latex/plastic handschoenen (p. 47) en/of
- Stapel met werkhandschoenen (p. 47)
Althans goederen en/of voorwerpen
waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De geldigheid van de dagvaarding

De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding partieel nietig moet worden verklaard voor zover dit betreft het door wijziging van de tenlastelegging toegevoegde ‘althans goederen en/of voorwerpen’. Dit onderdeel is volgens de raadsman onvoldoende concreet omschreven.
De rechtbank is van oordeel dat het voor de verdachte, gelet op de inhoud van het strafdossier, voldoende duidelijk is waartegen hij zich moet verdedigen. In het dossier is uitgebreid beschreven bij welke gelegenheid en op welke plaats welke voorwerpen in beslag zijn genomen, namelijk op 14 juni 2023 in Den Haag. Mede gelet op de ten laste gelegde pleegperiode en -plaats kan het onderdeel ‘althans goederen en/of voorwerpen’ niet anders worden begrepen dan betrekking hebbend op bij die gelegenheid in beslag genomen voorwerpen. De dagvaarding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering en is daarmee geldig. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de raadsman.

4.De bewijsbeslissing

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit kan worden bewezen voor zover het gaat om het voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen en stoffen.
4.3
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023179792, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 211).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen.
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 juni 2023, voor zover
inhoudende (p. 25 tot en met p. 44):
Op 7 april 2021 vond er een integrale controle plaats in een tuincentrum genaamd [bedrijf] welke gevestigd was op de [adres 3] in [plaats] . Tijdens deze controle werden er een groot aantal goederen aangetroffen die gebruikt worden in de grootschalige en/of professionele hennepteelt. In het pand werden twee mannen aangetroffen die verklaarden de eigenaar van het tuincentrum te zijn. Dit betroffen [verdachte] geboren op [geboortedag 1] 1962 en [naam] geboren op [geboortedag 2] 1977.
De gemeente besloot nadat deze geïnformeerd was door middel van een bestuurlijke rapportage om door middel van een bestuursmaatregel het pand te sluiten. Eigenaar [verdachte] is ruimschoots geïnformeerd over het artikel 11a Opiumwet, waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt.
Uit gegevens uit de Kamer van Koophandel bleek dat de eerdergenoemde [verdachte] op 1 februari 2022 zich opnieuw in heeft geschreven met een eenmanszaak genaamd [bedrijf] . Dit keer vestigde het bedrijf zich op de [adres 2] in [plaats] . De activiteiten van [bedrijf] waren:
- Winkel in bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden;
- Winkels met een algemeen assortiment non-food (geen warenhuizen)
Bij het pand op de [adres 2] werden diverse malen personen waargenomen die spullen uit het pand meenamen. Deze personen werden herkend als hennepsubjecten die eerder aangemerkt waren als verdachten wegens het vervaardigen van hennep.
Op woensdag 14 juni 2023 is er binnengetreden op grond van artikel 11a Opiumwet in het bedrijfspand [adres 2] te [plaats] . Tijdens dit onderzoek werd een man aangetroffen in het bedrijfspand [bedrijf] welke opgaf te zijn [verdachte] geboren op [geboortedag 1] 1962. Ik zag dat er in het pand goederen te koop werden aangeboden die ik ambtshalve herkende als goederen die bestemd zijn voor de grootschalige en/of professionele hennepteelt.
Ik zag dat bij binnenkomst van het pand dat er een paarse deurmat in de opening lag. Ik zag dat er op de deurmat "Plagron" stond. Het is mij ambtshalve bekend dat Plagron een merk is voor voedingsmiddelen en potgrond welke ik regelmatig heb aangetroffen in hennepkwekerij en welke niet te koop is in regulieren tuin en bouwcentra. Ik zag dat achter de voordeur een winkelruimte aanwezig was. Ik zag dat deze winkelruimte vol stond met stellages met daarop veelal voedingsmiddelen die ik ambtshalve herken als voedingsmiddelen die gebruikt worden in de
professionele en / of grootschalige hennepteelt.
Ik zag op de banners de namen staan van Woma, Elixer, BAC en Plagron. Het is mij ambtshalve bekend dat Woma, Elixer, BAC en Plagron onder ander voedingsmiddelen leveren welke gebruikt worden in de professionele hennepteelt. Ik ben deze voedingsmiddelen regelmatig tegengekomen in professionele hennepkwekerijen. Het is mij ambtshalve bekend dat deze voedingsmiddelen niet
verkocht worden in reguliere tuin- en bouwcentra. Ik zag dat er op veel goederen met stift getallen geschreven waren. Kennelijk waren deze getallen de verkoopprijzen van de aangeboden producten.
De aanwijzing voor professionele en grootschalige kweek is gebleken uit het feit dat [bedrijf] stoffen en voorwerpen te koop aanbood en heeft verkocht ten behoeve van een groot aantal factoren benodigd voor de teelt van hennep in een van licht en lucht afgesloten ruimte. Ik heb geconstateerd dat deze stoffen en voorwerpen, wanneer gebruikt voor het telen van hennep, bestemd zijn voor de grootschalige en professionele hennepteelt. Hieronder zaten zeer specifieke producten, zoals bepaalde merken verrijkte kweekmedia en plantenvoeding en verwerkingsproducten zoals grip- en strijkzakken en CO2- suppletie
Ook is gekeken naar stoffen en voorwerpen die niet in de bronnen zijn genoemd als factoren ten behoeve van de binnenteelt van hennep. Hieruit is gebleken dat alle stoffen en voorwerpen die [bedrijf] te koop aanbiedt een logische toepassing vinden in het gebruik in een hennepkwekerij.
2. Een geschrift, te weten algemene beslaglijst growshop (p. 45 tot en met p. 48), welk geschrift als bijlage bij dit vonnis is gevoegd.
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , opgemaakt op 14 juni 2023, voor zover inhoudende (p. 18 tot en met p. 23):
V: Dan willen we het graag hebben over het bedrijf [bedrijf] op de [adres 2] te Den Haag. Wat kunt u hier over vertellen?
V: Wat is uw functie binnen het bedrijf?
A: Ik ben de eigenaar.
V: Wat wordt er verkocht in het bedrijf?
A: wat u heeft gezien. Potgrond en voeding.
V: Aan wie worden goederen verkocht?
A: Aan particulieren.
V: U wist dus dat deze goederen verboden zijn. Waarom heeft u er toch voor gekozen om ze weer te gaan verkopen?
A: Dit wordt door heel Nederland verkocht. Ik ben niet de enige die dit verkoopt.
4.4.
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft bepleit dat niet kan worden bewezen dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen te koop heeft aangeboden. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op 14 juni 2023 de politie is binnengetreden in het bedrijfspand aan de [adres 2] te [plaats] . Op dit adres was de eenmanszaak van de verdachte ingeschreven, die volgens het handelsregister als activiteiten had het drijven van een winkel in bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden en met een algemeen assortiment non-food. In het pand stonden stellages met daarop voedingsmiddelen die door de politie werden herkend als voedingsmiddelen die gebruikt worden in de professionele en/of grootschalige hennepteelt. Boven de stellages hingen banners met daarop afgebeeld sommige van die voedingsmiddelen. Op vele van de voorwerpen in het pand stonden met stift getallen geschreven, kennelijk de verkoopprijzen. Het pand was dus ingericht als winkel. De verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij met zijn bedrijf goederen verkocht aan particulieren. De rechtbank leidt uit voorgaande af dat de verdachte in de ten laste gelegde periode voorwerpen en stoffen te koop heeft aangeboden bestemd voor professionele en/of grootschalige hennepteelt.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 14 juni 2023 te ‘s-Gravenhage,
onderstaande stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en voorhanden
heeftgehad in de winkel genaamd [bedrijf] aan de [adres 2] te [plaats] , te weten:
- Kweekschema’s van het merk Elixer en
- Goederen, geschikt voor het inrichten van een licht- en luchtdichte ruimte (te weten 3 grote rollen plakband/tape en 4 kleine rollen plakband/tape) en
- 1 assimilatielamp van het merk Tungsram en
- Kweekbodems (p. 36 dossier), waaronder
- 1 x4kg Activator van het merk Geni Flower Fertilizer en
- 1 x5kg kalk van het merk Geni Flower Fertilizer en
- 2 x5kg Bat guano van het merk Plagron en
- 1 x5kg Calcium kick van het merk Plagron en
- 1 x4kg Basisvoeding aarde van het merk Woma tuintechniek en
- 27 x 50L Verrijkte potgrond van het merk RHP en
- Diverse soorten voedingsmiddelen, waaronder de (complete) voedingslijnen van de merken Aptus en Atami en B’cuzz (Atami) en Bio Bav en Bio Nova en Canna en C-Result en/of Elixer en Hy-pro en Plagron en Woma (123 en Soilclean) en
- Groeistimulatoren van het merk Bio-Optimal en
- 4, althans één of meer verpakking(en) met PK 13/14 en
- 2, althans één of meer voorwerp(en) met de ‘benaming’ flexibele luchtslang van Sonoconnect en
- CO2-suppletie, waaronder
- 4, althans één of meer dozen met 60 stuks per doos CO2 tabs van het merk No Merci Supply (p. 45) en - 4, althans één of meer CO2 bags van het merk CO2 Add en
- 2, althans één of meer voorwerpen die betrekking hebben op elektrische meet- en regelapparatuur, te weten 2x Ecotester van het merk PH2 en
- Goederen die betrekking hebben op ziektebestrijding, te weten
- 3 x 100ml growth regulator van het merk Spray & Stop en
- 3 x 0,5L Biological protection spray van het merk Spray-in-1 en
- 2 x 0,5L Super Biological protection spray van het merk Spray-in-1 met opschrift Mildew en
- Goederen die betrekking hebben op de verwerking van de opbrengst, te weten
- Tientallen doorzichtige gripzakjes (10 cm x 5 cm) en
- Een tiental zwarte strijkzakken van verschillende formaten en
- Een groot aantal doorzichtige gripzakken formaat groot en
- Een groot aantal doorzichtige gripzakken formaat klein en
- Doos met blauwe latex/plastic handschoenen en
- Stapel met werkhandschoenen
althans goederen en/of voorwerpen
waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en bewerken en verwerken van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II en
- het opzettelijk telen en bewerken en verwerken van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een geldboete van € 10.000,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een taakstraf op te leggen en af te zien van oplegging van een voorwaardelijke geldboete.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft een growshop bestierd in een bedrijfspand, waar hij voorwerpen en stoffen aanbood bestemd voor professionele en/of grootschalige hennepteelt. De verdachte heeft daarmee de illegale teelt van hennep gefaciliteerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van softdrugs schadelijk is voor de gezondheid. De wijze waarop hennepplantages zijn ingericht, brengt vaak gevaarzetting met zich. Ook brengt de handel in softdrugs veelal randcriminaliteit met zich. De verdachte heeft – indirect – bijgedragen aan de instandhouding daarvan.
In 2021 is de inventaris van een eerdere growshop van de verdachte in beslag genomen en vernietigd en is hem te verstaan gegeven dat zijn bedrijfsactiviteiten niet toegestaan zijn. De verdachte was dus een gewaarschuwd man en is desondanks opnieuw gestart met zijn activiteiten, op een andere locatie onder dezelfde bedrijfsnaam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 15 augustus 2024, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet. Nu deze veroordeling dateert van 2017, zal de rechtbank hier niet in strafverzwarende zin rekening mee houden.
De rechtbank acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 100 uren passend en geboden. Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke straf aangewezen. De waarschuwing uit 2021 was kennelijk niet voldoende om hem van het plegen van dit feit te weerhouden. Ter terechtzitting is bovendien door de raadsman naar voren gebracht dat de verdachte worstelt met schuldenproblematiek. Dit doet vrezen voor herhaling. Als stevige stok achter de deur zal de rechtbank daarom aan de verdachte ook een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van één maand en zij zal daarbij de duur van de proeftijd bepalen op twee jaren.

8.De in beslag genomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen (pagina 45 tot en met pagina 48 van het dossier, als bijlage aan dit vonnis gehecht) genoemde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer, dat de iPhone die in beslag is genomen zal worden verbeurd verklaard en dat het in beslag genomen geldbedrag eveneens zal worden verbeurd verklaard.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de goederen die niet concreet in de tenlastelegging worden genoemd, terug te geven aan de verdachte. Tevens heeft de raadsman verzocht de iPhone en het in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte terug te geven.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst genoemde voorwerpen verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met betrekking tot deze voorwerpen het bewezen verklaarde feit is begaan.
De rechtbank zal de in beslag genomen iPhone verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit voorwerp aan verdachte toebehoort en met behulp van dit voorwerp het bewezen verklaarde feit is begaan. Op de iPhone zijn meerdere al dan niet gewiste chatgesprekken aangetroffen waarin het gaat om de handel in goederen ten behoeve van grootschalige hennepteelt.
De rechtbank zal het in beslag genomen geldbedrag, te weten € 4.096,30, verbeurd verklaren. Dit geldbedrag is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit geldbedrag aan de verdachte toebehoort en dit geldbedrag is bestemd tot het begaan van het bewezen verklaarde misdrijf. Dit geld is immers aangetroffen in de lade van de kassa in het als winkel ingerichte pand aan de [adres 2] , alwaar de verdachte voorwerpen bestemd voor grootschalige en/of professionele hennepteelt te koop heeft aangeboden.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a van het Wetboek van Strafrecht;
- 11 a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 4.5 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
stoffen en voorwerpen te koop aanbieden en voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf voor de tijd van
100 (HONDERD) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
50 (VIJFTIG) DAGEN;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
1 (ÉÉN) MAAND;
bepaalt dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst (die als bijlage aan dit vonnis is gehecht) genoemde voorwerpen, een iPhone 8 (A1863) en een geldbedrag van € 4.096,30.
Dit vonnis is gewezen door
mr. T.J. Kodrzycki, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. B.W. Mulder, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 oktober 2024.