ECLI:NL:RBDHA:2024:16238
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 16 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 17 november 2023 was ingediend. De rechtbank heeft de zaak behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Volgens artikel 6:2 van de Awb wordt het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld met een besluit. Eiser had op 17 november 2023 een asielaanvraag ingediend, waarvoor de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 17 mei 2024 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 17 februari 2025 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is. Aangezien de ingebrekestelling van eiser op 14 juni 2024 te vroeg was ingediend, was de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.