ECLI:NL:RBDHA:2024:16118

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.28405
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 30 juli 2024 is de verzoeker niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening onmiddellijk ter zitting behandeld en uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat de gemachtigde van de verzoeker op 23 juli 2024 had laten weten geen gronden in te dienen en de verzoeker had aangeraden een andere gemachtigde te zoeken. Sindsdien heeft de rechtbank niets meer van de verzoeker vernomen. Hierdoor heeft de rechtbank geen gronden ontvangen en is er geen reden om aan te nemen dat de verzoeker niet in verzuim is. Om deze reden heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de voorzieningenrechter in aanwezigheid van de griffier en is bekendgemaakt op 2 augustus 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.28405
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. P.L.E.M. Krauth), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.28404, op 30 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Met bericht van 23 juli heeft de gemachtigde van eiser laten weten dat hij geen gronden zou indienen. Hij heeft eiser in overweging gegeven een andere gemachtigde te zoeken en heeft sindsdien niks van eiser vernomen.
3. De rechtbank heeft geen gronden ontvangen. Er is geen reden gebleken waarom ervan uit moet worden gegaan dat eiser niet in verzuim is. De rechtbank verklaart het beroep om die reden niet-ontvankelijk
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2024 door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van K.L.H. Thomas, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
02 augustus 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.