ECLI:NL:RBDHA:2024:16062

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.31927
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen overschrijding beslistermijn asielaanvraag

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.G.P. de Boon, heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat de beslistermijn voor zijn asielaanvraag was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad is overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard.

De rechtbank heeft de minister opgedragen om uiterlijk op 21 januari 2025 een besluit te nemen over de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50, waarbij eiser recht heeft op vergoeding voor het indienen van het beroepschrift.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de achterstanden in de behandeling van asielaanvragen, wat heeft geleid tot de vaststelling van een redelijke termijn voor de minister om een besluit te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.31927

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A.G.P. de Boon),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
(X) Ja
( ) Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
(X) Ja
( ) Nee
Is het beroep gegrond?
( ) Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
(X) Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
(X) Ja
( ) Nee
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
(X) Nee
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
( ) Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen wordt verstuurd.
(X) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn tot uiterlijk 21 januari 2025 redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag. Ook wordt daarmee de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn niet overschreden.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal ___________ weken na de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen is verstuurd.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn is overschreden. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
(X) Ja
( ) Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?(X) € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
( ) Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
(X) Ja
( ) Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
(X) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
( ) 1 punt voor de nadere reactie(s)
( ) 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
(X) verklaart het beroep gegrond;
(X) draagt verweerder op uiterlijk 21 januari 2025 een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
(X) bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500;
(X) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan op 2 oktober 2024 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.