ECLI:NL:RBDHA:2024:16059
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op een asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 17 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 29 september 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 29 maart 2024 zou eindigen, maar deze termijn is verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 29 december 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is en dat er geen geldige ingebrekestelling is verzonden aan verweerder. De ingebrekestelling die door eiser is overgelegd, betreft een eerdere aanvraag en is daarom niet van toepassing op de huidige asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.