ECLI:NL:RBDHA:2024:16036

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/671532 / FA RK 24-6112
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 september 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1961. De rechtbank overweegt dat de problematiek rondom de neurocognitieve stoornis van de betrokkene op de voorgrond staat. De betrokkene zal worden overgeplaatst naar een Wlz-locatie, waar vanuit verder gezocht moet worden naar een geschikte plek voor een langere verblijfsduur. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zorgmachtiging kan worden opgelegd als overbruggingsmachtiging, op basis van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 juli 2023. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen voor de duur van negen maanden, omdat binnen deze periode duidelijk moet worden welke woonvorm en wettelijk kader het meest passend zijn voor de betrokkene.

De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige psychische en cognitieve problemen van de betrokkene, waaronder schizofrenie en een alcoholverslaving. De betrokkene heeft in het verleden zijn medicatie niet adequaat ingenomen en er is een risico dat hij na de detox weer in zijn oude gewoontes vervalt. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg goedgekeurd, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, maar heeft andere vormen van zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn gebleken.

De beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/671532 / FA RK 24-6112
Datum beschikking: 10 september 2024

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [accomodatie] , afdeling [afdeling] te [plaats] ,
advocaat: mr. S.V. Jansen te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 20 augustus 2024 ondertekende medische verklaring van S. al Raw, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 17 augustus 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 22 augustus 2024;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een brief van de officier van justitie van 25 juli 2024, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 september 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- ambulant behandelaar, [naam 1] ;
- verpleegkundige, [naam 2] ;
- afdelingsarts, [naam 3] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting aangegeven dat hij zijn medicatie goed slikt, hij niet mag drinken op de afdeling en meewerkt aan de blaastesten. De advocaat merkt op dat door de cognitieve stoornissen die op dit moment op de voorgrond spelen de Wet zorg en dwang (Wzd) mogelijk van toepassing is. Betrokkene staat achter de overplaatsing naar de accommodatie op de [straatnaam] en heeft er geen belang bij dat het verzoek wordt afgewezen. De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Mocht de zorgmachtiging worden toegewezen, verzoekt de advocaat deze in duur te beperken tot maximaal negen maanden, omdat die periode naar verwachting nodig is ter overbrugging van het Wvggz kader naar het Wzd kader. Daarnaast verzoekt de advocaat om de vormen van verplichte zorg ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’ niet toe te wijzen, aangezien ook deze niet voorzienbaar zijn.
De ambulant behandelaar heeft ter zitting verklaard dat er is sprake van schizofrenie, een stoornis in alcoholgebruik en een cognitieve stoornis veroorzaakt door alcoholgebruik. Momenteel is de cognitieve stoornis het meest invaliderend, waardoor betrokkene afhankelijk is van zorg. Betrokkene zal binnenkort naar een Wlz locatie van GGZ Delfland op de [straatnaam] worden overgeplaatst en vanuit daar zal verder worden gezocht naar een plek waar hij langer kan verblijven en meer wordt aangesloten bij zijn cognitieve stoornis. De verlenging van de zorgmachtiging is voornamelijk aangevraagd ter overbrugging naar het Wzd-kader en om hem te kunnen opnemen bij een terugval in alcoholgebruik, zodat hij niet dakloos wordt. Wat betreft de vormen van verplichte zorg, geeft de ambulant begeleider aan dat de vormen ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’ niet noodzakelijk zijn. Wel is de vorm ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ passend voor betrokkene in verband met zijn alcoholverslaving.
De afdelingsarts geeft ter zitting aan dat betrokkene is opgenomen voor een detox en er een neuropsychologisch onderzoek heeft plaatsvonden. Hieruit blijkt dat er sprake is van een cognitieve stoornis door alcoholgebruik, die mogelijk richting het syndroom van Korsakov ontwikkelt. Er is dus sprake van multi problematiek. Het ernstig nadeel wordt op dit moment vooral veroorzaakt door zijn alcoholgebruik. Betrokkene heeft een gestructureerde setting nodig om ervoor te zorgen dat hij zijn medicatie neemt. Neemt hij de medicatie niet dan is er sprake van verwaarlozing en maatschappelijke onrust.

Beoordeling

Op 13 maart 2024 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden tot en met 13 september 2024.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan psychische stoornissen, te weten schizofrenie, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier).
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
In de thuissituatie nam betrokkene zijn antipsychotica niet adequaat in waardoor sprake was van een chronisch ziektebeeld. Daarbij drinkt hij al jaren dagelijks een forse hoeveelheid alcohol wat de agitatie en het psychotisch beeld aanwakkert. Als betrokkene drinkt verwaarloost hij zichzelf en de woning. Hij is niet meer goed in staat om sociale contacten te onderhouden en was verbaal dreigend naar derde. Betrokkene is met een zorgmachtiging opgenomen en afgelopen periode heeft er een detox en neuropsychologisch onderzoek plaatsgevonden waaruit is gebleken dat er ook sprake is van een cognitieve stoornis door alcoholgebruik. Op dit moment lijkt de cognitieve stoornis waardoor hij afhankelijk is van zorg op de voorgrond te staan, maar het risico is groot dat betrokkene na de detox weer alcohol zal gaan drinken en de verslavingsproblematiek weer de overhand zal nemen. Betrokkene zal binnenkort worden overgeplaatst naar een Wlz accommodatie en vanuit daar zal verder gekeken moeten worden welke problematiek blijvend op de voorgrond zal staan en op basis daarvan zal verder worden gezocht naar een passende, mogelijk psychogeriatrische, afdeling.
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De vrees is dat betrokkene na de overplaatsing opnieuw in zijn oude gewoontes zal vervallen en dat er weer sprake zal zijn van alcoholmisbruik. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Ook heeft de rechtbank in hetgeen ter zitting is besproken aanleiding gezien de zorgvorm ‘Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz toch toe te wijzen. Betrokkene is bekend met een alcoholverslaving en het risico is groot dat hij na overplaatsing weer zal gaan drinken.
Gelet op hetgeen ter zitting is besproken ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van verplichte zorg in de vorm van:
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Niet gebleken is dat deze vormen van zorg in het verleden noodzakelijk zijn geweest en niet voorzienbaar is dat het opleggen hiervan direct noodzakelijk zal zijn. Het verzoek zal daarom in zoverre worden afgewezen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
De rechtbank overweegt dat ter zitting is aangevoerd door de afdelingsarts dat de problematiek rondom de neurocognitieve stoornis op de voorgrond lijkt te staan. Betrokkene zal worden overgeplaatst naar een Wlz locatie en vanuit daar moet er een geschikte plek gevonden worden waar betrokkene voor een langere periode kan verblijven. De komende periode moet duidelijk worden op welke wettelijke basis betrokkene zal worden opgenomen. Op grond van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 juli 2023 kan een zorgmachtiging worden opgelegd als overbruggingsmachtiging. Met betrekking tot de duur overweegt de rechtbank als volgt. Ter zitting is naar voren gekomen dat de verwachting is dat binnen negen maanden duidelijk zal zijn welke woonvorm en wettelijk kader het meest passend zijn voor betrokkene. De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen voor de duur van negen maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 juni 2024;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, bijgestaan door
mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 september 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.