ECLI:NL:RBDHA:2024:16034
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang
Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 5 september 2024. De cliënt, geboren in 1954, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een geschiedenis van psychogeriatrische aandoeningen, waaronder een vasculaire ziekte. De advocaat van de cliënt, mr. S.M. Gaasbeek-Wielinga, heeft ter zitting bepleit dat de cliënt goed in zijn vel zit en dat hij terug naar huis wil, met ondersteuning van thuiszorg. De echtgenote en dochter van de cliënt hebben ook verklaard dat de opname meer stress veroorzaakt dan dat het helpt, en dat zij in staat zijn om de cliënt thuis te ondersteunen.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende documenten besproken, waaronder een medische verklaring van arts C.A. van Slooten en een indicatiebesluit op grond van de Wet langdurige zorg. De specialist ouderengeneeskunde, F. van de Velde, heeft geadviseerd om thuiszorg in te schakelen en heeft aangegeven dat het suïciderisico vooral voortkwam uit frustratie en onmacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een minder bezwarend alternatief is voor de inbewaringstelling, namelijk de zorg thuis, en dat de cliënt veilig thuis kan worden verzorgd.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat niet is voldaan aan de criteria voor voortzetting van de inbewaringstelling en heeft het verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, en uitgesproken ter openbare zitting op 10 september 2024.