In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 augustus 2024 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van een jaar, omdat de minderjarige zowel lichamelijke als verstandelijke beperkingen heeft, en er zorgen zijn over zijn ontwikkeling en opvoeding. De minderjarige woont bij zijn moeder, terwijl de vader en moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld, waarbij hij heeft gekeken naar de eerdere beschikking van 22 augustus 2023, waarin de ondertoezichtstelling was ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 augustus 2024 waren zowel de ouders als een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en de zorgen over zijn ontwikkeling en de spanningen binnen het gezin besproken. De kinderrechter concludeert dat de bedreigingen voor de ontwikkeling van de minderjarige nog steeds aanwezig zijn en dat er onvoldoende zicht is op de opvoedomgeving. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 22 augustus 2025, met de nadruk op het belang van passende hulpverlening en het inschakelen van een vaste jeugdbeschermer. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.