In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 augustus 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige besproken. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden als gecertificeerde instelling, die verzoekt om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar. De minderjarige, geboren in 2007, verblijft momenteel bij Ipse de Bruggen en heeft geen contact meer met haar moeder, die overbelast lijkt en niet in staat is om voor haar te zorgen. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 20 augustus 2024 gehouden, waarbij de moeder niet aanwezig was, maar wel correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat de huidige situatie en de afwezigheid van de moeder een negatieve impact hebben op de ontwikkeling van de minderjarige.
De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn vervuld. De minderjarige heeft positieve stappen gezet in haar ontwikkeling, maar de betrokkenheid van een jeugdbeschermer blijft noodzakelijk. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing tot de meerderjarigheid van de minderjarige, die in 2025 zal plaatsvinden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.