ECLI:NL:RBDHA:2024:16008

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/671873 / FA RK 24-6292
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van zes maanden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1987, die momenteel verblijft in een penitentiaire inrichting. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling is de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, gehoord. De betrokkene heeft aangegeven dat hij slechte ervaringen heeft met de zorginstelling Pro Persona en dat hij van mening is dat zijn psychische problemen voortkomen uit de zorg die hij daar heeft ontvangen. De geneesheer-directeur van Pro Persona heeft echter verklaard dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en dat er een vermoeden is van een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel voor de betrokkene en anderen. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene niet bereid is om vrijwillige zorg te accepteren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging en bepaalt dat deze geldig is tot en met 19 maart 2025. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/671873 / FA RK 24-6292
Datum beschikking: 19 september 2024

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie penitentiaire inrichting [plaats] , afdeling [afdeling] ,
advocaat: mr. S. Grilk te Arnhem.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 september 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 2 september 2024 ondertekende medische verklaring van C. Balázs, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- de aanvulling wilsbekwaamheidsbeoordeling op de medische verklaring van C. Balázs van diezelfde datum;
- een zorgkaart van 27 augustus 2024;
- een zorgplan van 27 augustus 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 2 september 2024;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties;
- het consult strafrechtspleging van 22 augustus 2024;
- het reclasseringsadvies van 21 augustus 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 september 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de geneesheer-directeur van Pro Persona, J. Rutgers (telefonisch).
Ook aanwezig waren de sociaal psychiatrisch verpleegkundige [naam 1] en twee begeleiders van de afdeling.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat hij [naam 2] heet. Ook wijst betrokkene erop dat hij in het verleden zeer slechte ervaringen heeft met Pro Persona. Ondanks zijn wens daartoe heeft Pro Persona zijn naam niet gewijzigd. Ook is betrokkene van mening dat Pro Persona hem altijd heeft tegengewerkt en hem niet heeft geholpen. Pro Persona verleende hem volgens hem slechts anti-zorg en verdiende wel een half miljoen aan hem. Hij is van mening dat de omschreven psychische stoornis veroorzaakt wordt door Pro Persona en de medicatie die zij hem toegediend hebben. Door de medicatie had hij lange tijd een spraakstoornis. Ook heeft hij gedurende circa acht maanden zonder inkomen moeten leven en is hem belemmerd terug te keren naar Hongarije. Daardoor is hij in grote problemen geraakt. Betrokkene ontkent dat er bij hem sprake zou zijn van een psychotische kwetsbaarheid dan wel schizofrenie. Volgens betrokkene is er sprake van een vicieuze cirkel die in stand gehouden wordt door het toedienen van medicatie en meerdere verplichte opnames. Primair is namens betrokkene om afwijzing van het verzoek verzocht wegens het ontbreken van een psychische stoornis.
Subsidiair heeft de advocaat aangegeven dat er geen goede verstandshouding is tussen betrokkene en de zorgverlening van Pro Persona. Dat maakt de verplichte zorg niet effectief. Ook bestaat er twijfel over de doelmatigheid van de zorg die geboden kan worden. De in de afgelopen drie jaar geboden zorg heeft betrokkene nooit ergens gebracht. Het leven van betrokkene is kwalitatief alleen maar sterk achteruitgegaan zonder enig perspectief.
De geneesheer-directeur heeft verklaard dat betrokkene van mei 2020 tot mei 2023 opgenomen is geweest bij Pro Persona. Er is vastgesteld dat sprake is van een psychotische kwetsbaarheid bij vastgestelde schizofrenie. Behandelaren hebben eerder ook uitgesproken dat er een vermoeden is van een autismespectrumstoornis maar betrokkene heeft nooit mee willen werken aan onderzoeken hiervoor. Betrokkene heeft tijdens eerdere opnames ook niet mee willen werken aan behandeling. In de periode dat hij medicatie toegediend kreeg verliep de samenwerking enigszins soepeler maar verdere behandeling is nooit goed van de grond kunnen komen.
Er is duidelijk sprake van ernstig nadeel voor zowel betrokkene als anderen. Betrokkene heeft een problematisch verleden en beladen verhouding met gemeenten en ambtenaren. Dit heeft op meerdere locaties van gemeenten geleid tot verbale agressieve uitingen door betrokkene waarvan medewerkers daar en derden erg angstig zijn werden. Betrokkene heeft in het verleden ook behandelaren en de geneesheer-directeur bedreigd.
Betrokkene had op een gegeven moment de wens om naar Hongarije te gaan en toen hij daar was is de verplichte zorg tijdelijk onderbroken geweest. In die tijd liep de geldende zorgmachtiging af. Omdat betrokkene langere tijd in Hongarije verbleef is geen (op)volgende zorgmachtiging aangevraagd. Betrokkene was van mening dat Pro Persona hem had moeten helpen met het regelen van een uitkering die door zou lopen tijdens zijn verblijf in Hongarije. Vanuit dat land is hij opnieuw contact gaan zoeken met gemeenten in Nederland waarbij hij ook weer dreigende uitspraken deed. Betrokkene kreeg vervolgenslocatieverboden voor een aantal gemeentehuizen. Nu betrokkene weer in Nederland in beeld is gekomen, wordt opnieuw een zorgmachtiging gevraagd.
Betrokkene kan zodra een zorgmachtiging wordt verleend wordenopgenomen op de afdeling beveiligde intensieve care van Pro Persona. Dat is een afdeling waar betrokkene nog niet eerder heeft verbleven en waar hij geen behandelaren kent. De hoop is dat de behandeling hier wel goed van de grond kan komen. Het is jammer dat betrokkene de samenwerking met Pro Persona nooit als positief heeft ervaren. Omdat er binnen de GGZ wordt gewerkt met regiobinding is het niet gemakkelijk om betrokkene op te laten nemen in een andere GGZ-instelling. Een vrijwillige behandeling is geen mogelijkheid bij betrokkene. Hij ontkent dat hij een stoornis heeft en verzet zich zeer stellig tegen het gebruik van medicatie. Omdat betrokkene dakloos is gaat hij nog wel mee in een opname bij de accommodatie maar dan op zijn voorwaarden. Hij werkt dan vervolgens niet mee aan de benodigde behandeling waardoor er niet gesproken kan worden van bereidheid die aanwezig moet zijn om van van vrijwilligheid te kunnen spreken.
Ten aanzien van de verzochte verplichte vormen van zorg heeft de geneesheer-directeur toegelicht dat er in het verleden nooit sprake is geweest van het insluiten of het uitoefenen van toezicht bij betrokkene. Deze verzochte vormen van zorg zijn dan ook niet strikt noodzakelijk of voorzienbaar.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. Tevens is sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis en een sterk vermoeden van een autismespectrumstoornis.
Ter zitting is primair namens betrokkene verweer gevoerd tegen de gestelde diagnose. Betrokkene is van mening dat er geen sprake is van een psychische stoornis en de huidige problematiek uitsluitend voortkomt uit de problematische verstandhouding met Pro Persona en de door of namens deze organisatie voorgeschreven of toegediende medicatie. Ter zitting is toegelicht dat betrokkene al langere tijd zorg in een verplicht kader heeft ontvangen waarbij telkens ook is gewerkt aan diagnostiek. De diagnose schizofrenie is al geruime tijd geleden onbetwist vastgesteld. Vanuit de onafhankelijk psychiater, behandelaren en de geneesheer-directeur van Pro Persona bestaat ook geen twijfel over de aanwezigheid van een psychische stoornis. Behandelaren hebben daarbij een vermoeden van een autismespectrumstoornis maar hebben dit tot nu toe nog niet nader kunnen vaststellen. De rechtbank ziet geen enkele reden om te twijfelen aan de vastgestelde diagnose Schizofrenie, stelt vast dat er dus sprake is van een psychische stoornis en gaat om die reden voorbij aan het primaire verweer.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is behandeld blijkt dat betrokkene een voorgeschiedenis heeft met geweld naar beroepsbeoefenaren. Hij is bij het Veiligheidshuis van Arnhem bekend vanwege het bedreigen van de burgemeester van Arnhem en Renkum en is veelvuldig in beeld gekomen bij de politie vanwege overlast gevend en verbaal agressief gedrag. Betrokkene is dakloos, heeft geen inkomen en komt herhaaldelijk in contact met justitie waardoor hij maatschappelijk teloorgaat. Hij slaagt er – mede ten gevolge van zijn psychotisch toestandsbeeld, vaste eigen overtuigingen en beperkingen op het gebied van sociaal contact – niet in om deze problemen zelfstandig aan te pakken. Betrokkene weigert behandeling en nadere diagnostiek waardoor het tot nu toe niet mogelijk is gebleken hem de juiste behandeling en begeleiding te geven. Gebleken is dat de sociaal-maatschappelijke problemen alleen maar toenemen, terwijl de prognose voor herstel alleen maar verslechtert als een psychotisch toestandsbeeld langdurig onbehandeld blijft.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is niet bereid zich te conformeren aan de benodigde behandeling en geeft duidelijk aan geen medicatie te willen gaan accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
Subsidiair is ter zitting door de advocaat bepleit dat door Pro Persona geleverde verplichte zorg niet doelmatig is en een averechts effect heeft bij betrokkene. Betrokkene is in het verleden immers meermaals opgenomen geweest bij Pro Persona en daarvan heeft hij telkens geen baat gehad. Hij is een periode opgenomen geweest waarbij helemaal geen behandeling van de grond is gekomen doordat betrokkene zich onttrok aan de zorg. De geneesheer-directeur heeft ter zitting toegelicht dat het doorverwijzen van betrokkene naar een andere ggz-instelling momenteel niet mogelijk is. De behandeling is op basis van landelijke afspraken gebonden aan de verblijfsplaats van een betrokkene en dat is in het geval van betrokkene momenteel nog in Arnhem. Pro Persona is dan ook de aangewezen instelling voor het verlenen van de zorg. Ter zitting is door de genees-directeur tevens toegelicht dat betrokkene bij de nieuwe opname terecht zal komen op een voor hem onbekende afdeling. De hoop is dat betrokkene hier een nieuwe start kan maken met behandelaren die hij niet kent. De rechtbank is van oordeel dat het verlenen van verplichte zorg gelet op het huidige toestandsbeeld van betrokkene wel degelijk doelmatig is. Hoe betrokkene de in het verleden van pro Persona ontvangen zorg ervaren heeft, maakt niet dat de verplichte zorg op zichzelf niet doelmatig is. Betrokkene reageert, volgens de stukken en ook is gehoord ter zitting vanuit paranoïde wanen en ernstige oordeels- en kritiekstoornissen. Dat leidt veelal ook tot een andere beleving van de realiteit. Bij doelmatigheid gaat het erom dat de verplichte zorg leidt tot het doel dat daarmee wordt beoogd, namelijk het behandelen van de bij betrokkene vastgestelde stoornis om het vastgestelde ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan dit subsidiaire verweer. Dit geldt ook voor het op dezelfde slechte verstandhouding tussen betrokkene en Pro Persona gebaseerde verweer dat de verplichting niet effectief zal zijn.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
\verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 maart 2025;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door D. Debets als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 september 2024.