ECLI:NL:RBDHA:2024:16007

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/672488 / FA RK 24-6615
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 2000, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 16 september 2024 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 14 september 2024 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. A.M.D. Naarden, en psychiater P. Wauben aanwezig waren.

De betrokkene heeft aangegeven dat zij het moeilijk vindt om in de accommodatie te verblijven en dat zij graag naar huis wil, waar zij denkt dat het beter met haar zal gaan. De psychiater heeft echter verklaard dat er ernstige zorgen zijn over de mentale en fysieke gezondheid van de betrokkene, die lijdt aan een ernstige verslaving aan lachgas. Dit heeft geleid tot neurologische schade en andere gezondheidsproblemen. De psychiater heeft ook aangegeven dat er vermoedens zijn dat de betrokkene misbruikt wordt door anderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Gezien de ernst van de situatie heeft de rechtbank besloten om de crisismaatregel voor een periode van drie weken voort te zetten, met de mogelijkheid tot het treffen van verplichte zorgmaatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat van de betrokkene afgewezen, met de overweging dat de voorgestelde zorg noodzakelijk is om de betrokkene te beschermen tegen verder nadeel.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/672488 / FA RK 24-6615
Datum beschikking: 19 september 2024

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 16 september 2024 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in de accommodatie [accomodatie] , afdeling [afdeling] ,
advocaat: mr. A.M.D. Naarden te Den Haag.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 14 september 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 14 september 2024 ondertekende medische verklaring van A.M. Vollebregt, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een blanco uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 september 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de psychiater, P. Wauben.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat het voor betrokkene heel lastig is om opgenomen te zijn bij de accommodatie. Betrokkene had een goed leven met school, werk en een sociaal leven. Zij wil graag naar huis omdat zij van mening is dat het daar beter met haar zal gaan. Betrokkene wil meewerken met ambulante zorg. Namens betrokkene is om afwijzing van het verzoek verzocht. Mocht de rechtbank een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk achten heeft de advocaat opgemerkt dat het voor betrokkene van belang is dat zij uit haar sociale isolement komt. Zij wil contacten kunnen onderhouden met haar familie. Namens betrokkene is dan ook verzocht om bij de verplichte vormen van zorg niet op te nemen dat betrokkene beperkt kan worden in haar gebruik van communicatiemiddelen.
De psychiater heeft verklaard dat het nog onduidelijk is of er bij betrokkene sprake is van een psychose of een cognitieve stoornis als gevolg van het lachgas gebruik. Betrokkene komt niet goed uit haar woorden en is lastig te volgen in gesprek. Er is sprake van een zeer ernstige verslaving waarbij het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen dusdanig is aangetast dat zij hier geen controle meer over heeft. Dat geeft voldoende reden voor de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis. Er is tevens sprake van gevaar voor betrokkene. Zij lijkt onder de invloed te zijn van mensen die haar misbruiken. Zij is niet goed in staat om voor zichzelf te zorgen gezien de ernst van de verslaving. Betrokkene is nog onvoldoende hersteld om terug te kunnen keren naar huis. Er zijn nog geen mogelijkheden om betrokkene zonder maatregel verder te behandelen. Betrokkene ontkent dat er sprake is van een verslaving en staat niet open voor de benodigde behandeling. Bij betrokkene speelt ook ernstige lichamelijke problematiek die behandeld dient te worden.
Ten aanzien van de verzochte verplichte vormen van zorg en het door de advocaat aangevoerde verweer heeft de psychiater toegelicht dat betrokkene momenteel geen toegang heeft tot haar telefoon of andere communicatiemiddelen. Dit is van belang omdat er vermoedens zijn dat betrokkene misbruikt wordt door anderen met wie zij via haar telefoon contact kan opnemen.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting behandeld blijkt dat er bij betrokkene gevaar is voor haar lichamelijke gezondheid doordat zij als gevolg van haar overmatig lachgasgebruik neurologische en andere schade aan haar lichaam oploopt. Betrokkene kan inmiddels betrokkene moeilijk lopen, zij heeft gevoelsstoornissen aan haar benen en veel wonden die zij regelmatig open krabt. Betrokkene heeft onlangs haar oma aangevallen omdat zij in de waan was dat zij in gevaar was. Betrokkene verwaarloost zich zelf en leeft in een vervuild huis. Ook wordt zij ’s nachts verward en in pyjama op het station van Rotterdam aangetroffen. Om aan lachgas te komen laat betrokkene zich mogelijk ook misbruiken.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een psychotische episode door extreem veel lachgasgebruik. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
De advocaat heeft ter zitting aangegeven dat betrokkene in een sociaal isolement zit doordat zij geen communicatiemiddelen heeft en geen contact kan hebben met haar familie. Door de psychiater is ter zitting toegelicht dat betrokkene beperkt wordt in het gebruik van communicatiemiddelen omdat er vermoedens zijn dat zij misbruikt wordt door anderen. De rechtbank is van oordeel dat het van belang is dat betrokkene beschermd kan worden voor dit misbruik. Om die reden gaat de rechtbank voorbij aan het verweer van de advocaat en wijst de verzochte vorm van verplichte zorg toe die ziet op het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene wil niet bij de accommodatie verblijven en is niet bereid zich te conformeren aan de benodigde behandeling.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door D. Debets als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 september 2024.