2.2.Verzoekster heeft blijkens haar brieven van 20 en 23 september 2024 het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd:
Brief 20 september 2024:
“Dit is voor de hoorzitting op maandag 23 september om 9.00 uur. Hierbij wreek ik de rechters in de bovengenoemde zaken. De redenen worden afzonderlijk verstrekt, naar het e-mailadres van de wrakingskammer dat door de relevante afdeling is verstrekt.
Ik wil het wrakingsverzoek mondeling horen.”
Brief 23 september 2024:
“Hier is sprake van discriminatie op basis van financiële middelen en gebrek aan interesse om de zaken adequaat te laten behandelen en eerlijk te laten behandelen op de merites.
Naar aanleiding van mijn e-mail van 6 september bevestigde de rechtbank telefonisch de ontvangst en liet weten dat ik een dringend antwoord per e-mail zou krijgen. In plaats daarvan stuurde de rechtbank mij echter een bericht waarin stond dat vanaf 17 juni geen e-mailcommunicatie meer is toegestaan en dat alle communicatie via het webportaal moet verlopen. Het bericht is geen automatisch antwoord en er is mij eerder geen voorafgaande kennisgeving gestuurd. De contactgegevens op rechtspraak.nl vermelden nog steeds zivver als communicatiemiddel. Hoewel de gewone e-mail voorheen niet apart werd vermeld, werd deze wel gebruikt voor communicatie.
Omdat het voor mij niet mogelijk is om via het webportaal te communiceren, weigerde de rechtbank ook om telefonisch met mij te spreken en stelde aanvankelijk dat de enige manier van communicatie die voor mij openstond, per post was.
De rechtbank reageerde echter ook niet op de geposte brieven en schreef vrijdag aan uw collega dat ik alleen via het webportaal zou moeten communiceren, ondanks dat de rechtbank weet dat ik dat niet kan.
De rechtbank negeerde mijn zorgen dat de gekozen aanpak geen enkele manier overlaat om met de rechtbank te communiceren, en het leek onmogelijk om dit of andere kwesties aan te pakken. Er is duidelijk sprake van een ongelijke behandeling van de partijen en ik word benadeeld.
Ik moest naar de president schrijven en ook de klachtenprocedure inroepen.
Momenteel is het niet duidelijk in hoeverre de rechterlijke macht erbij betrokken is geweest, en de hangende klacht is om dat te verduidelijken. Als de rechterlijke macht erbij betrokken is geweest, is er duidelijk sprake van een gebrek aan openheid van geest bij de rechters, en is de wraking-procedure de meest geschikte procedure. De mate van betrokkenheid van de rechterlijke macht is echter mogelijk pas bekend na afronding van het onderzoek naar de klacht. Ik verzoek daarom om het wraking-verzoek op te schorten totdat de klachtenprocedure is afgerond.
Door te weigeren met mij te communiceren omdat ik niet via het webportaal kan procederen, ontzegt de rechtbank mij toegang tot justitie. Mij is (tijdig) toegang tot essentiële informatie en noodzakelijke documenten ontzegd, de mogelijkheid om te controleren wat er in het dossier staat, alle bewijzen in te dienen, commentaar te leveren op de documenten die door de oppositie zijn ingediend en de mogelijkheid om tijdig reeds bestaande problemen aan te pakken. De weigering creëerde ook extra ongelijkheid met de oppositie, die technische mogelijkheden heeft om via het webportaal te procederen en onmiddellijk ontvangt/indient.
Ik ben ongunstig behandeld en onterecht gestraft omdat ik dergelijke mogelijkheden niet heb. Er is sprake van discriminatie op basis van financiële middelen, wat in strijd is met artikel 6 EVRM. Hieruit volgt ook dat de rechtbank het niet relevant acht of en wat ik indien en commentaar geef, en dat de rechtbank niet open-minded is. Het leek er ook op dat mijn zaken eruit gepikt kunnen worden.
Zoals het er nu voorstaat, werd mij zelfs de meest basale informatie ontzegd die essentieel is om mijn kant toegang tot justitie te geven, Ik kon zelfs de namen van de rechters niet achterhalen, dus het is niet mogelijk om commentaar te leveren op andere omstandigheden die de open-mindedness beïnvloeden. Dit roept verdere zorgen op, maar maakt het onmogelijk om alle omstandigheden in één aanvraag onder uw aandacht te brengen.
De rechtbank werd geïnformeerd dat ik de verweer niet had ontvangen en gaf het zaaknummer. Ik vroeg om te controleren of de oppositie de indiening wel of niet had ingediend, maar ondanks enorme inspanningen van mijn kant was het niet mogelijk om deze informatie te verkrijgen vanwege de weigering van de rechtbank om te communiceren.
De rechtbank reageerde ook niet op mijn aanvragen, bijvoorbeeld op de aanvraag om de oppositie te verzoeken bepaalde belangrijke documenten openbaar te maken en negeerde deze.
Onlangs werd mij verteld dat de rechtbank niet zou reageren omdat de aanvraag per e-mail was verzonden, terwijl de rechtbank alleen met mij communiceert via het webportaal (waarvoor ik niet de benodigde capaciteiten heb) of per post (waar ook niet op is gereageerd). Een dergelijke benadering geeft nog een indicatie dat de rechtbank de prioriteiten niet goed heeft en mogelijk niet open-minded is.
Verder, bijv. het verzoek tot openbaarmaking werd per e-mail en post verzonden lang voordat de datum waarop de rechtbank besloot niet meer per e-mail te communiceren, terwijl alle recente herinneringen ook per post werden verzonden. Het feit dat de rechtbank daar blijkbaar niets van weet, toont aan dat de rechtbank noch mijn eerdere correspondentie, noch postcorrespondentie heeft gelezen en dat deze mogelijk niet eens aan het dossier zijn toegevoegd.
Ik heb echter geen middelen om te controleren wat er in het dossier staat, aangezien de rechtbank weigert om telefonisch informatie te verstrekken. Hoewel de rechtbank mij eerst liet geloven dat mijn postcorrespondentie zou worden beantwoord, gebeurde dat niet; en uiteindelijk bleek dat de rechtbank niet van plan is om per post te communiceren (alleen via het webportaal dat ik niet kan gebruiken). De rechtbank noemde alleen inzage toen de tijd te kort was en gaf niet aan hoe dit kan worden geregeld, aangezien de rechtbank alleen via het webportaal wil communiceren.
Er zijn nog meer voorbeelden waaruit blijkt dat de rechtbank artikel 6 EVRM niet heeft nageleefd om mijn recht op een eerlijk proces te waarborgen en mijn kant heeft benadeeld. Aangezien ik negatief ben behandeld omdat ik het webportaal niet kan gebruiken, verzoek ik u om aan te bevelen de zaak over te dragen aan een andere rechtbank of CRvB.”