ECLI:NL:RBDHA:2024:15977
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
Op 3 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, wiens naam en V-nummer niet zijn vermeld, en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening na een besluit van 26 juli 2024, waarin het COa het verzoek van de verzoeker om terugplaatsing naar een opvang voor minderjarigen heeft afgewezen. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 september 2024 behandeld, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van het COa aanwezig waren. Ook de jeugdbeschermer van de verzoeker was bij de zitting aanwezig. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, AWB 24/12785, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.