ECLI:NL:RBDHA:2024:15963

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
24.2996
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser op basis van geloofwaardigheid van politieke vervolging

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 11 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister op 22 juli 2024 is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 22 augustus 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft zijn asielaanvraag gebaseerd op de politieke functies van zijn oom en vader in Nigeria, en de vrees voor politieke tegenstanders. De minister heeft echter de geloofwaardigheid van deze claims betwist, met argumenten dat eiser inconsistent en niet gedetailleerd genoeg is in zijn verklaringen. Eiser heeft geen overtuigende documenten overgelegd die zijn claims ondersteunen, en de minister heeft vastgesteld dat er geen rechtsgrond is voor het verlenen van asiel.

De rechtbank oordeelt dat de minister niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat de gestelde problemen niet aannemelijk zijn gemaakt. Eiser heeft geen concrete informatie kunnen geven over de bedreigingen die hij zou ondervinden bij terugkeer naar Nigeria, en de rechtbank vindt dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen basis is voor het verlenen van een verblijfsvergunning asiel. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29960

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam],geboren op [geboortedatum], V-nummer: [nummer], van Nigeriaanse nationaliteit, eiser
(gemachtigde: mr. E.J.P. Cats),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 11 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 22 juli 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 22 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag de politieke functies van zijn oom en vader in Nigeria. Eiser heeft in eerste instantie, op 11 juli 2024, verklaard dat zijn oom politieke functies bij de People’s Democratic Party (PDP) heeft vervuld, dat hij politieke tegenstanders van de All Progressive Congress (APC) vreest en dat hij daarom in 2017 Nigeria heeft verlaten. De volgende dag, op 12 juli 2024, heeft eiser verklaard dat de oom omstreeks 2020 van partij is veranderd en inmiddels een belangrijke politieke functie binnen de APC heeft. Volgens eiser ondersteunt zijn vader de oom in zijn politieke functies. In 2017 hebben zijn oom en zijn vader volgens eiser een dreigement ontvangen afkomstig van politieke tegenstanders vanuit de APC. De inhoud van het dreigement is eiser niet bekend. Eiser weet alleen dat het dreigement gericht was aan de zonen van zijn oom en van zijn vader. Eiser vreest bij terugkeer in Nigeria voor de politieke tegenstanders van zijn oom en zijn vader.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst.
2. Problemen vanwege positie oom en vader in de Nigeriaanse politiek.
6. De minister acht het eerste element geloofwaardig, maar acht het element over de problemen vanwege de positie van oom en vader in de Nigeriaans politiek niet geloofwaardig. In dit verband heeft de minister overwogen dat eiser niet consistent, niet voldoende gedetailleerd en niet concreet verklaart over de politieke positie van zijn oom en vader. Eiser is volgens de minister niet in staat gebleken om feitelijke en objectieve informatie over de gestelde politieke positie van zijn oom aan te leveren. Ook heeft eiser wisselend verklaard over bij welke politieke partij zijn oom aangesloten was en is. Eiser heeft volgens de minister onvoldoende documenten overgelegd om zijn asielrelaas te onderbouwen. Hij heeft weliswaar een krantenartikel overgelegd waaruit blijkt dat een politicus met zijn achternaam het doelwit zou zijn geweest van een ontvoering, maar uit niets blijkt dat deze politicus de oom van eiser is. De documenten en foto’s die eiser heeft overgelegd, maken volgens de minister de stelling dat zijn oom en vader belangrijke posities hebben in de Nigeriaanse politiek niet aannemelijk en daaruit blijkt niet van de gestelde problemen. Verder kan uit het krantenartikel volgens de minister niet worden opgemaakt dat neven of zonen het doel zijn van opponenten en is dergelijke informatie ook niet gevonden na een zoekslag in verschillende openbare bronnen. Daarbij is er op gewezen dat eiser zelf zijn vermoedens ook niet met landeninformatie heeft onderbouwd, terwijl ook zijn verklaringen niet aannemelijk zijn.
De minister concludeert daarom dat er geen rechtsgrond bestaat voor verlening van een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
Geloofwaardigheid tweede relevante element
7. In geschil is de geloofwaardigheid van de problemen vanwege de positie van oom en vader in de Nigeriaanse politiek.
Familieband
De minister heeft niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er daadwerkelijk een familieband tussen hem en de politicus uit het overgelegde krantenartikel is. Eiser heeft een nieuwsartikel overgelegd waarin melding wordt gemaakt van een politicus met zijn achternaam, maar heeft nagelaten een familieband met deze politicus aannemelijk te maken. Uit de overige documenten en foto’s die eiser heeft overgelegd, blijkt deze band evenmin.
Positie oom en vader in de Nigeriaanse politiek
Eiser heeft wisselend verklaard over de politieke partij waarbij zijn oom aangesloten was en is (eerst PDP, toen APC). Hij stelt dat hij hierover in eerst instantie onjuist heeft verklaard, omdat zijn vader hem hierover niet heeft geïnformeerd, omdat deze niet wilde dat eiser bij politiek betrokken raakte. Waarom deze wens van zijn vader ertoe leidt dat hij ten tijde van zijn gehoor nog steeds alleen heel summier kan verklaren, legt eiser desgevraagd niet uit. Gelet op het belang dat eiser en zijn vader stellen te hebben bij zijn asielaanvraag is vorenstaande uitleg niet aannemelijk.
Ondanks dat eiser in zijn nader gehoor is gevraagd naar documenten die het lidmaatschap van zijn oom bij een politieke partij onderbouwen, heeft eiser deze niet overgelegd. Daarnaast heeft eiser ook wisselend en summier verklaard over de politieke positie van zijn oom en vader en heeft eiser ook dit niet met documenten onderbouwd. Over de functie van zijn vader verklaart eiser niet meer dan dat zijn vader een ondersteunende functie heeft en dat hij een soort ‘cheerleader’ van zijn oom is. Desgevraagd kan eiser, ondanks dat zijn vader die functie circa twintig jaar zou vervullen, geen concrete invulling van de functie van zijn vader geven. De minister heeft daarom niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat de verklaringen van eiser over de gestelde positie van oom en vader in de Nigeriaanse politiek geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen.
Problemen
Eiser voert aan dat hij bij terugkeer in Nigeria vreest voor zijn leven maar waarop hij dit baseert blijft onduidelijk. Hij stelt dat hij in 2017 van zijn vader heeft vernomen dat er een mondelinge bedreiging tegen zijn vader is geuit, die (mede)gericht was tegen eiser en afkomstig was van de politieke tegenstanders van zijn oom. Het is eiser niet bekend wat de inhoud van deze bedreiging was. Na 2017 zijn er geen bedreigingen meer aan het adres van eiser geuit. Desgevraagd geeft eiser aan dat de politieke tegenstanders van zijn oom niet actief naar hem op zoek zijn en kan eiser niet benoemen wat hem bij terugkeer in Nigeria te wachten zou staan. Eiser heeft een kopie van een schrijven ingebracht dat van zijn vader afkomstig zou zijn. Daarin wordt ook de bedreiging van 2017 genoemd, maar staat geen verdere onderbouwing van te verwachten problemen bij terugkeer van eiser naar Nigeria. Ook uit de overige documenten blijkt niet van te verwachten problemen bij terugkeer in Nigeria.
De rechtbank oordeelt dat op grond van het vorenstaande de minister niet ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat de gestelde problemen niet aannemelijk zijn gemaakt.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.