Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het op 24 juni 2024 ontvangen verzoekschrift, met productie 1 tot en met 4;
- de e-mail van ADC van 6 september 2024, met vier bijlagen.
Rechtbank Den Haag
Op 3 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van ADC Archeologische Diensten Centrum N.V. (hierna: ADC), die een verzoek indiende tot opheffing van een vermogensklem op grond van artikel 2:18 BW. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onzekerheid bestaat over het bestaan en de omvang van het beklemde vermogen van de voormalige Stichting, waaruit ADC is voortgekomen. De rechtbank overweegt dat de vermogensklem geen redelijk doel meer dient en dat het noodzakelijk is voor ADC om haar vermogen vrijelijk te kunnen besteden om haar doelstellingen te realiseren. De rechtbank heeft het verzoek van ADC tot opheffing van de vermogensklem toegewezen, en daarbij aangegeven dat de statutenwijziging die nodig is om de vermogensklem te verwijderen geen aanvullende toestemming van de rechtbank vereist. Het verzoek om wijziging van de statuten werd afgewezen, omdat daar geen rechterlijke toestemming voor nodig is. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter H.J. Vetter.