ECLI:NL:RBDHA:2024:15892
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van Dublinverordening met betrekking tot psychische klachten van eiser
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, van Sierra Leoonse nationaliteit, heeft een asielaanvraag ingediend die niet in behandeling is genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling. Eiser heeft echter ernstige psychische klachten, waaronder PTSS en suïcidale gedachten, en stelt dat overdracht naar Zwitserland zijn gezondheid ernstig zou schaden. De rechtbank heeft op 21 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de psychische toestand van eiser en dat er een reëel risico bestaat op een aanzienlijke verslechtering van zijn gezondheid bij overdracht. De rechtbank vernietigt het besluit van 24 januari 2024 wegens strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel en draagt verweerder op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. De gevraagde voorlopige voorziening om uitzetting te verbieden wordt afgewezen, omdat de rechtbank inmiddels op het beroep heeft beslist. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.625,- toegewezen.