ECLI:NL:RBDHA:2024:15881
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J.L. van der Waals
- P.J.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening van Algerijnse eiser met dienstplichtproblematiek
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser heeft op 31 mei 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 21 juni 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 18 juli 2024 behandeld, waarbij alleen de gemachtigde van de verweerder aanwezig was, aangezien eiser en zijn gemachtigde niet verschenen.
Eiser, geboren in 1989, heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met de stelling dat hij drie keer is opgeroepen voor militaire dienst in Algerije, waar hij geen gehoor aan wil geven. Hij vreest bij terugkeer te worden gedwongen om te dienen in het leger. De verweerder heeft echter de oproepen voor de dienstplicht en het aanhoudingsbevel ongeloofwaardig geacht, omdat eiser geen documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn claims. De rechtbank oordeelt dat de verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat er geen reëel risico op ernstige schade bestaat voor eiser bij terugkeer naar Algerije.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.