ECLI:NL:RBDHA:2024:1588

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
NL23.37523 en NL23.37525
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in de zaken NL23.37523 en NL23.37525. Verzoekers, bestaande uit een aantal personen en hun minderjarige kinderen, hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, zodat zij gedurende het beroep rechtmatig verblijf, opvang en voorzieningen in Nederland kunnen behouden.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat, gezien de uitspraak van dezelfde dag in de zaken NL23.37522 en NL23.37524, de voorlopige voorzieningen niet meer nodig zijn. De rechtbank heeft in die zaken al beslist op de beroepen die verband houden met de verzoeken om voorlopige voorzieningen. Hierdoor zijn de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.37523 en NL23.27525

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam], verzoeker, V-nummer: [nummer], en

[naam], verzoekster, V-nummer: [nummer]
mede namens hun minderjarige kinderen
[naam kind],
[naam kind],
[naam kind]en
[naam kind]
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In twee besluiten van 29 november 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen.
Verzoekers hebben beroep (NL23.37522 en NL23.37524) ingesteld tegen de bestreden besluiten. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, die inhouden dat zij gedurende het beroep rechtmatig verblijf, opvang en voorzieningen behouden in Nederland.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaken met nummers NL23.37522 en NL23.37524 heeft de rechtbank beslist op de beroepen waarop de verzoeken om een voorlopige voorziening betrekking hebben. Voorlopige voorzieningen zijn daarom niet meer nodig. Om die reden worden de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.