Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 14 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 30 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 22 mei 2024 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 30 april 2024, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 30 januari 2025 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken. Hierdoor is de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.