ECLI:NL:RBDHA:2024:15858
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 9 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 17 december 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 17 juni 2024 zou eindigen, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is verlengd met negen maanden. Hierdoor eindigt de beslistermijn voor eiser pas op 17 maart 2025. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak. Dit betekent dat de ingebrekestelling van 24 juli 2024, die door eiser was ingediend, te vroeg is gedaan, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.