ECLI:NL:RBDHA:2024:15857
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid van verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiseres op 9 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 16 december 2023 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres eindigde op 16 juni 2024, maar verweerder heeft deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 16 maart 2025 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiseres, die op 24 juli 2024 was ingediend, te vroeg is gedaan, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 1 oktober 2024 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.