ECLI:NL:RBDHA:2024:15786

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.29377
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster van Marokkaanse nationaliteit. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-regelgeving.

De verzoekster heeft tegen het besluit van de minister beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.29376) die betrekking had op het beroep van de verzoekster. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, in aanwezigheid van griffier S. Strating, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29377

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster,

geboren op [geboortedatum],
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer:]
(gemachtigde: mr. P.L.E.M. Krauth),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] ,de minister.

Procesverloop

Bij besluit van 23 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.29376, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S. Strating, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als ‘de minister’.