ECLI:NL:RBDHA:2024:15783
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid van Frankrijk
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een Marokkaanse nationaliteit, tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag met het besluit van 23 juli 2024 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift van 24 juli 2024 niet de vereiste gronden van beroep bevatte. De gemachtigde van eiseres werd op 24 juli 2024 gewezen op dit verzuim en kreeg de kans om dit voor 31 juli 2024 te herstellen. Echter, op 30 juli 2024 heeft de gemachtigde aangegeven dat hij geen gronden voor beroep zou indienen en heeft hij niets meer vernomen van eiseres of een andere advocaat. De rechtbank concludeert dat er op 31 juli 2024 geen gronden zijn ingediend en dat er geen verschoonbare reden is voor het verzuim.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, rechter, en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.