ECLI:NL:RBDHA:2024:15739
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak
In de zaak tussen een verzoekster met een V-nummer, vertegenwoordigd door mr. K. Benchaïb, en de minister van Asiel en migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verzoekster had een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor familieleven ingediend, welke door de minister op 23 juni 2022 was afgewezen. Na het indienen van bezwaar, werd dit bezwaar op 16 april 2024 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoekster. Tevens verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 september 2024 behandeld, waarbij de verzoekster, haar gemachtigde, en andere betrokkenen aanwezig waren. Echter, op dezelfde dag is er ook uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.20650), waardoor de voorzieningenrechter concludeerde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding is voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.