ECLI:NL:RBDHA:2024:15739

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.20651
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

In de zaak tussen een verzoekster met een V-nummer, vertegenwoordigd door mr. K. Benchaïb, en de minister van Asiel en migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verzoekster had een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor familieleven ingediend, welke door de minister op 23 juni 2022 was afgewezen. Na het indienen van bezwaar, werd dit bezwaar op 16 april 2024 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoekster. Tevens verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 september 2024 behandeld, waarbij de verzoekster, haar gemachtigde, en andere betrokkenen aanwezig waren. Echter, op dezelfde dag is er ook uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.20650), waardoor de voorzieningenrechter concludeerde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding is voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.20651

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoekster

(gemachtigde: mr. K. Benchaïb),
en
de minister van Asiel en migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2022 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster voor een verblijfsvergunning voor familieleven afgewezen. Bij besluit van 16 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.20650, op
10 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde, referente, de schoonzoon van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.20650, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.