Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van de Dublinverordening, waarbij Duitsland als verantwoordelijk land werd aangewezen voor de behandeling van de aanvraag. Eiser was niet verschenen op de zitting, en zijn gemachtigde kon geen contact met hem krijgen, omdat hij in strafrechtelijke detentie zat. De rechtbank overwoog dat het aan eiser is om beschikbaar te zijn voor zijn gemachtigde en dat de afwezigheid van eiser niet voor rekening van de staatssecretaris komt. De rechtbank concludeerde dat Duitsland in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat eiser niet had aangetoond dat er redenen waren om aan te nemen dat Duitsland niet aan zijn verplichtingen zou voldoen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.