ECLI:NL:RBDHA:2024:15694

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
09/259608-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid bij diefstal met geweld en ontslag van rechtsvervolging

De rechtbank Den Haag heeft op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee diefstallen met geweld. De verdachte, geboren in Hongarije in 1999, werd bijgestaan door zijn raadsman en was aanwezig op de zitting van 12 september 2024. De officier van justitie, mr. R.B. Schiphuis, eiste dat de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de feiten niet aan hem konden worden toegerekend. De rechtbank heeft de verdachte psychiatrisch laten onderzoeken, waaruit bleek dat hij ten tijde van de feiten leed aan een bipolaire stoornis type 1 en zich in een manische psychose bevond. De deskundige, dr. D.J. Vinkers, concludeerde dat de verdachte niet in staat was tot redelijk oordelen of het sturen van zijn gedrag. De rechtbank heeft deze conclusie overgenomen en oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was, waardoor hij werd ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank zag geen aanleiding om een maatregel op te leggen, gezien de verdachte adequaat behandeld werd en het risico op recidive laag was. De uitspraak benadrukt de rol van geestelijke gezondheid in strafzaken en de noodzaak van zorg in plaats van straf.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/259608-22
Datum uitspraak: 26 augustus 2024
Tegenspraak

(Verkort vonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de door de politierechter naar de meervoudige kamer verwezen zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[de verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] (Hongarije),
BRP-adres: [adres] ( [postcode] ) te [woonplaats] .

De terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 12 september 2024 (inhoudelijke behandeling). Als officier van justitie was aanwezig mr. R.B. Schiphuis.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.G. de Jong, is op de terechtzitting verschenen en gehoord.

De tenlasteleggingAan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1
hij op of omstreeks 10 oktober 2022 te 's-Gravenhage, een hoeveelheid kleingeld, in
elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam] , in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of
om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [naam] met een ijzeren
staaf, althans met een voorwerp, tegen/op het hoofd te slaan;
2
hij op of omstreeks 10 oktober 2022 te 's-Gravenhage, twee suikerwafels en/of een
flesje aloe vera, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn
(filiaal Turfmarkt), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen een of meer medewerkers van Albert Heijn, gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, door
- ( te proberen) zich los te rukken en/of trekken en/of
- slaande bewegingen te maken.

De bewijsmiddelen

De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel met een opgave daarvan, zal dit plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.

De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 10 oktober 2022 te 's-Gravenhage, een hoeveelheid kleingeld
dieaan [naam] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om
diezich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door die [naam] met een ijzeren
staaf op het hoofd te slaan;
2
hij op 10 oktober 2022 te 's-Gravenhage, twee suikerwafels en een
flesje aloe vera, die aan Albert Heijn (filiaal Turfmarkt) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om
diezich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd gevolgd
doorgeweld tegen medewerkers van Albert Heijn, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- te proberen zich los te rukken en
- slaande bewegingen te maken;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de feiten in het geheel niet aan hem kunnen worden toegerekend. De raadsman heeft zich op hetzelfde standpunt gesteld.
De verdachte is psychiatrisch onderzocht. De rechtbank heeft kennisgenomen van de Pro Justitia rapportage d.d. 30 maart 2023, opgesteld door dr. D.J. Vinkers. De deskundige komt tot de conclusie dat bij de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde sprake was een bipolaire stoornis type 1 en van cannabisgebruik. De verdachte bevond zich ten tijde van het ten laste gelegde in een manische psychose. Hij had nauwelijks geslapen en hij had last van vreemde ideeën en ervaringen. De deskundige schrijft dat de verdachte in de veronderstelling was dat hij andere mensen kon “aanvoelen” door energiebanen en dat hij in een parallel universum verkeerde. Zijn stemming was eufoor. De deskundige is van oordeel dat hij hierdoor niet in staat was tot redelijk oordelen of tot het sturen van zijn gedrag. De deskundige adviseert de tenlastegelegde feiten in het geheel niet aan hem toe te rekenen.
De rechtbank is van oordeel dat de voornoemde rapportage op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de conclusie wordt gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt de conclusies en het advies van de deskundige daarom tot uitgangspunt bij de verdere beoordeling. De rechtbank zal de bewezenverklaarde feiten niet aan de verdachte toerekenen omdat ten tijde van het plegen van die feiten een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens aanwezig was. Die stoornis heeft het handelen van de verdachte volledig bepaald. De verdachte is daarom niet strafbaar en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de verdachte een maatregel op te leggen. De rechtbank heeft hierbij acht geslagen op het advies van de deskundige. Uit de rapportage komt naar voren dat de verdachte adequaat en in een vrijwillig kader psychiatrisch wordt behandeld. Daarom is het risico op recidive laag. De verdachte wordt door zijn moeder en zus goed in de gaten gehouden, hij slikt zijn medicatie en is zich ervan bewust dat het roken van cannabis het risico op een psychose vergroot. Tot slot heeft de verdachte geen last meer van stemmen in zijn hoofd. Al het voorgaande heeft de verdachte ter terechtzitting bevestigd. Mocht het in de toekomst toch minder goed gaan met de verdachte of als het alsnog noodzakelijk is om een zorgmachtiging aan te vragen, dan zullen zijn huidige behandelaren dat kunnen doen.

De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
feit 1
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
feit 2
diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dat als hiervoor vermeld;
verklaart de verdachte voor het bewezene niet strafbaar en
ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolgingter zake daarvan.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S. Bosmans, voorzitter,
mr. M.M. Meessen, rechter,
mr. B.A. Sturm, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.E. Kramer, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 september 2024.