ECLI:NL:RBDHA:2024:15693

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.31271 en NL24.31273
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Polen

Op 10 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.31271 en NL24.31273, waarin de minister van Asiel en Migratie betrokken was. De minister had op 8 augustus 2024 besluiten genomen waarbij de aanvragen van de verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werden genomen, met als reden dat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen. De verzoekers, die ook een minderjarig kind hebben, hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 27 augustus 2024, maar de verzoekers zijn niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak (NL24.31270 en NL24.31272) behandeld, waarin de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op de beroepen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 september 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.31271 en NL24.31273

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker]en
[verzoekster], V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2] , verzoekers
Mede namens hun minderjarige kind,
[minderjarige], V-nummer: [V-nummer 3] (gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en

de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. J.R. Vreijssen).

Procesverloop

Bij besluiten van 8 augustus 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten allebei beroep ingesteld. Zij hebben verder ook allebei de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de zaken NL24.31270 en NL24.31272, op 27 augustus 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.31270 en NL24.31272, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 september 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.