ECLI:NL:RBDHA:2024:15684
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielopvangzaak
Op 18 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 24/2331. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in beroep is gegaan tegen de afwijzing van zijn verzoek om continuering van de opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De afwijzing van het COA vond plaats op 14 februari 2024. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J. Eizenga, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij in afwachting was van de uitkomst van zijn beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 juni 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van het COA, mr. A. Hadfy-Kovacs, aanwezig waren. In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een ander beroep (zaaknummer AWB 24/2329), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep is beslist. Hierdoor wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.