ECLI:NL:RBDHA:2024:15635

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
NL24.7163
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres op 12 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. De minister heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eiseres op 11 januari 2024. Vervolgens heeft eiseres op 23 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder, op 11 maart 2024, een tweede beroep heeft ingediend tegen hetzelfde niet tijdig beslissen. Dit beroep is op 16 april 2024 gegrond verklaard, waarbij de rechtbank de minister een nieuwe beslistermijn heeft gegeven. De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of eiseres procesbelang heeft bij de beoordeling van haar eerste beroep. Gezien het feit dat er al een uitspraak is gedaan op het tweede beroep, heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiseres geen belang meer heeft bij het eerste beroep.

Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die relevant zijn voor haar eerste beroep. Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.7163

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

v-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. H.T. Gerbrandy),
mede namens haar kinderen,

[naam],

v-nummer: [nummer],

[naam],

v-nummer: [nummer],

[naam],

v-nummer: [nummer],

[naam],

v-nummer: [nummer],
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister.

Inleiding

Eiseres heeft op 12 juli 2023 een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
Bij brief van 11 januari 2024 heeft eiseres de minister in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. Eiseres heeft vervolgens op 23 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Eiseres heeft op 23 februari 2024 een eerste beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag ingediend. Op 11 maart 2024 is nogmaals een beroep (NL24.10510) tegen het niet tijdig beslissen op dezelfde aanvraag ingediend. Bij uitspraak van 16 april 2024 heeft de rechtbank Den Haag het beroep van 11 maart 2024 tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eiseres gegrond verklaard en de minister een nieuwe beslistermijn gegeven on alsnog een besluit bekend te maken.
3. De rechtbank dient ambtshalve te beoordelen of eiseres procesbelang heeft bij een beoordeling van haar eerste beroep. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit procesbelang. Er is door de rechtbank Den Haag immers al heeft beslist op het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag van eiseres. Aangezien de rechtbank niet twee keer kan beslissen op een beroep gericht tegen hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit dat hetzelfde doel dient, namelijk het verzoek tot het opleggen van een beslistermijn aan de minister, heeft eiseres geen belang met haar eerste beroep.
4. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat eiseres geen nieuwe feiten en omstandigheden, dan wel een relevante wijziging van recht aan dit beroep ten grondslag heeft gelegd.
5. Gelet op voorgaande is het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.