Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 14 februari 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft op 26 juli 2024 het vooronderzoek gesloten en bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het onderzoek dat aan de eerdere uitspraak van 30 mei 2024 ten grondslag ligt. Eiser stelt dat er geen zicht op uitzetting is binnen een redelijke termijn, omdat er al meerdere keren om een laissez passer is verzocht zonder resultaat. De rechtbank concludeert echter dat de Marokkaanse autoriteiten in beginsel meewerken aan de verstrekking van een laissez passer en dat de aanvraag van eiser nog in onderzoek is. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om te concluderen dat het zicht op uitzetting ontbreekt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter N.M. Spelt in aanwezigheid van griffier N. Dayerizadeh en is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2024.