ECLI:NL:RBDHA:2024:15578

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
24-19729
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 2 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, stelde dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op haar asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op 2 mei 2024 wel degelijk een beslissing had genomen, waardoor het beroep van verzoekster, dat op 7 mei 2024 was ingesteld, niet-ontvankelijk zou zijn geweest indien het niet was ingetrokken. Verzoekster trok haar beroep op 2 juli 2024 in en verzocht de rechtbank om de minister te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om de minister te veroordelen in de proceskosten, omdat het beroep niet ontvankelijk was. De rechtbank heeft besloten om het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen, en dit is gedaan door mr. A. Skerka in aanwezigheid van griffier D.D. Bijlhout. De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 september 2024.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.19729
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer], verzoekster (gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten. Verweerder heeft gereageerd op dit verzoek.
Overwegingen
1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.1
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen.2
3. Verzoekster is op 7 mei 2024 in beroep gegaan, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag. Op 2 mei 2024 heeft verweerder een beslissing genomen op haar aanvraag. Verzoekster heeft op 2 juli 2024 het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en daarbij de rechtbank verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
4. Verzoekster heeft op 7 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag. Verweerder heeft echter op 2 mei 2024 al een besluit genomen op haar asielaanvraag. Dat maakt dat ten tijde van het instellen van beroep er niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. Het beroep zou, indien dit niet was ingetrokken, niet-ontvankelijk zijn geweest. Daarom bestaat geen aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
1. Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Op grond van artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).

Beslissing

De rechtbank:
- De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van D.D. Bijlhout, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
02 september 2024
A

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.