Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 21 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister een voortgangsrapportage heeft overgelegd en dat eiser hierop heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat deze tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De rechtbank benadrukt dat de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel alleen betrekking heeft op de periode na het sluiten van het eerdere onderzoek. Eiser heeft aangevoerd dat de minister onvoldoende voortvarend handelt met betrekking tot zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende stappen heeft ondernomen, waaronder het regelmatig rappelleren bij de Marokkaanse autoriteiten voor de afgifte van een laissez passer. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de informatie in de voortgangsrapportage.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. M.I. van Meel en is openbaar gemaakt op 16 juli 2024. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.