8.3Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot moord op een medewerkster van jeugdinstelling [jeugdinstelling] . De verdachte heeft getracht om [naam 2] , die op dat moment werkzaam was als de begeleidster van de verdachte en die haar werk deed en haar wilde helpen, om het leven te brengen door op haar in te steken met een scherpe aluminium staaf. De verdachte had dit wapen een dag daarvoor zelf gemaakt door een aluminium bezemsteel door midden te breken. Dat het slachtoffer niet is komen te overlijden, is een gelukkige omstandigheid die niet aan de verdachte te danken is. De verdachte stopte immers pas met haar aanval toen zij door het slachtoffer en haar collega terug haar kamer in werd geduwd. Door haar handelen heeft de verdachte op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van feiten als het onderhavige gedurende lange tijd de negatieve psychische gevolgen daarvan kunnen ervaren. Uit de toelichting van de advocaat van het slachtoffer blijkt ook dat het slachtoffer nog dagelijks last heeft van hetgeen is voorgevallen en dat zij nog altijd niet in staat is om haar werkzaamheden op te pakken. Ook voor haar collega en andere aanwezigen moet het voorval een grote impact hebben gehad.
Verder heeft de verdachte, toen zij nog minderjarig was, zich schuldig gemaakt aan het mishandelen van twee agenten door één agent in zijn kruis te schoppen en de andere agent in haar kuit te bijten, terwijl deze agenten gewoon hun werk deden. [verbalisant 2] zal door het litteken aan haar kuit voor de rest van haar leven aan het voorval herinnerd worden en, zoals uit haar verklaring blijkt, zij heeft nog dagelijks last van hetgeen is voorgevallen. Ook op [verbalisant 1] heeft het incident veel impact gehad.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte. Zij is niet eerder veroordeeld voor een geweldsmisdrijf.
Verder heeft de rechtbank de triple Pro Justitia rapportage van 4 juli 2024 gelezen. De GZ-psycholoog en de psychiater hebben geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan chronische complexe psychopathologie (autismespectrumstoornis, differentiaal diagnostisch mogelijk samenhangend met een klinisch genetisch syndroom), chronische traumatisering vanaf de kindertijd en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met forse gedragsuitingen van zowel agressie naar zichzelf als naar anderen. Ten tijde van het plegen van de poging tot moord beïnvloedde deze ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte in belangrijke mate, aldus de deskundigen. Door oplopende stress (over dreigend ontslag zonder goede vervolgplek) en woede richting [jeugdinstelling] over inperkende maatregelen die haar waren opgelegd, was de verdachte nauwelijks nog in staat om oorzaak en gevolg te overzien.
Door haar complexe en ernstige psychopathologie werd zij in belangrijke mate beperkt in haar keuzemogelijkheden. De deskundigen adviseren om de ten laste gelegde poging tot moord in sterk verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Door de deskundigen wordt geadviseerd om het volwassenenstrafrecht toe te passen voor wat betreft de ten laste gelegde poging tot moord. De jongere handelingsvaardigheden van de verdachte komen voort uit haar psychopathologie, niet uit een zich nog ontwikkelend brein. Van pedagogische beïnvloeding is vanwege de eerder ontbrekende responsiviteit op allerhande jeugdzorg- en jeugdpsychiatrische interventies, weinig meer te verwachten.
Haar antisociale gedragsuitingen en het niet ontvankelijk zijn voor pedagogische aanpak vormen daarnaast nog contra-indicaties voor toepassing van het jeugdstrafrecht.
Ten slotte achten de deskundigen een zeer intensieve en gespecialiseerde behandeling binnen een volwassen forensische zorginstelling met een hoog beveiligingsniveau nodig om het hoge recidiverisico op gewelddadig gedrag te kunnen behandelen. De deskundigen zien geen andere mogelijkheid dan adviseren tot oplegging van tbs met dwangverpleging om te kunnen waarborgen dat de verdachte de behandeling krijgt die zij nodig heeft en om het hoge recidiverisico te kunnen verminderen.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 6 september 2024 waarin zij negatief adviseert over tbs met voorwaarden. Er is voor de verdachte een klinische indicatiestelling aangevraagd bij het NIFP/IFZ. Er is een indicatie afgegeven voor een kliniek met een hoog beveiligingsniveau en hoge zorgintensiteit (een Forensisch Psychiatrische Kliniek). Alle potentiële FPK’s in Nederland hebben de verdachte afgewezen voor behandeling en er is geen behandelplek beschikbaar op FPK-niveau. De klinieken wijzen, naast de complexiteit van de problematiek, bijna allemaal op het ontbreken van een veilig en passend behandelklimaat.
Toerekenbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat de conclusies van de deskundigen over de toerekenbaarheid deugdelijk tot stand zijn gekomen en neemt die conclusies over. De rechtbank is van oordeel dat, gezien het chronische karakter van de psychische problematiek van de verdachte, alle bewezen verklaarde feiten in sterk verminderde mate aan de verdachte zijn toe te rekenen.
Toepassing volwassenenstrafrecht
De rechtbank ziet aanknopingspunten in de persoon van de verdachte om het volwassenenstrafrecht ook toe te passen voor de feiten die zij als minderjarige pleegde, nu haar complexe psychische problematiek toen ook al aanwezig was, het problematiek betreft die geen verband houdt met een onvolgroeid brein en zij niet ontvankelijk is voor een pedagogische aanpak.
Gevangenisstraf
De rechtbank is gezien de ernst van de bewezen verklaarde feiten van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Zij acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 214 dagen met aftrek van het voorarrest passend en geboden. Deze straf is lager dan de eis van de officier van justitie. Dit heeft in het bijzonder te maken met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de complexe psychopathologie die bij haar speelt. Essentieel is dat de verdachte zo spoedig mogelijk (verder) wordt behandeld.
Tbs met dwang
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van tbs is voldaan. Er is sprake van een misdrijf, te weten poging moord, als benoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 1°, van het Wetboek van Strafrecht. Ten tijde van het begaan van dat misdrijf was bij de verdachte sprake van ziekelijke stoornissen van de geestvermogens. Bovendien eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld. Uit de hiervoor aangehaalde Pro Justitia rapportage blijkt immers dat er bij de verdachte sprake is van een hoog recidiverisico, dat een langdurige en intensieve behandeling noodzakelijk is om dat risico te verlagen en dat die behandeling niet in een ander kader dan tbs kan plaatsvinden.
De rechtbank zal dan ook de tbs-maatregel opleggen. De vraag is vervolgens of die maatregel moet worden opgelegd met voorwaarden, zoals door de raadsman is betoogd, of met verpleging van overheidswege, zoals de officier van justitie heeft gevorderd en zoals door de gedragsdeskundigen en de reclassering is geadviseerd.
Gelet op hetgeen is gerapporteerd over het recidiverisico, de complexe psychische problematiek en de kans op ontregeling bij de verdachte, komt de rechtbank tot de conclusie dat tbs met dwangverpleging de enige passende maatregel is. Dat de verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven open te staan voor behandeling, maakt deze conclusie niet anders. De vermindering van het recidiverisico kan namelijk alleen worden bereikt met een langdurige klinische behandeling in een voldoende beveiligde omgeving.
De tbs met dwangverpleging wordt opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.